Den Haag houdt van Louis Couperus, en Louis Couperus hield van Den Haag. Die indruk zou je zomaar kunnen krijgen als je over het Voorhout wandelt (of eigenlijk: flanéért) en zijn standbeeld tegenkomt, met op de sokkel de bekende spreuk die hem neerzet als hartstochtelijk Haganofiel: ‘Zoo ik íéts ben, ben ik een Hagenaar.’