Het doorspitten van Rie Cramers archief is een vreemde ervaring. Ik ben met deze tekeningen opgegroeid, besef ik. Wij hadden thuis het prachtig geïllustreerde Sprookjes van Grimm; prentenboek A is een Aapje lag bij een bevriend gezin, zelfs de miniatuurtjes van elfjes herken ik. Ik heb alleen nooit geweten dat ze door dezelfde persoon getekend waren. Nu ik dat wel weet, en me in Cramer heb verdiept, voel ik zowel nostalgie als vervreemding bij het bestuderen van haar tekeningen.
Cramers werk was tot in Engeland populair. Haar kleine zeemeermin en elfjes werden door duizenden kinderogen opgeslokt, ik moet het idee dat ze er alleen voor mij waren dus loslaten: ik waande me een individu maar was al die tijd onderdeel van een collectief (misschien is volwassen worden niets anders dan het accepteren van dat inzicht) – deze figuren waren van alle kinderen die ze zagen, van alle ouders die die kinderen voorlazen, maar toch vooral van Rie Cramer, een geweldige kunstenaar, vind ik nu.
Maar waarom?