Op 18 mei stuurde Willem van Toorn zijn vrienden een mailtje: ‘Helaas moet ik het laten afweten bij de presentatie van 30 mei. Ik ben in het (uitstekende) ziekenhuis van Chateauroux beland. Pech hè!’
De presentatie betrof Kafka voor beginners, een aanstekelijk inleiding voor Kafkalezers, geschreven in de klare taal die Van Toorn eigen was. Hij heeft zijn boek nog in handen gehad, maar de eerste positieve kritieken heeft hij niet meer kunnen lezen. Hij overleed in de ochtend van 31 mei 2024, 88 jaar oud.
Ik leerde van Toorn kennen in de marge van Poetry International, het grote, jaarlijkse poëziefestival, dat lange tijd onder leiding stond van de onvermoeibare Martin Mooij, die geleidelijk steeds meer dichters presenteerde met een duidelijk politieke boodschap in plaats van poëtische hoogwaardigheid. In 1996 werd hij opgevolgd door Tatjana Daan, die bevriend was met Van Toorn en diens vrouw, Ineke Holzhaus. Het festival werd danig opgefrist, gesplitst in een middag- en ochtendprogramma en de dichters waren van internationale naam en faam.
Over de deelnemers spraken Van Toorn en ik uitgebreid en gedetailleerd, - hij was enorm belezen - niet alleen uit pure interesse, maar ook om zijn vrouw en mij de nodige informatie te verschaffen, omdat wij samen het middagprogramma presenteerden. En die samenwerking bleef bestaan tijdens het tweejarig festival The Maastricht International Poetry Nights, waarvoor organisator Hans van de Waarsenburg zelfs Nobelprijswinnaars als Seamus Heany en Tomas Tranströmer wist uit te nodigen. Ook voor dat festival waren Willem en Ineke onmisbaar.
Het werd het begin van een lange vriendschap, die de laatste tien jaar heel intensief was. Willem en Ineke waren vanuit Amsterdam naar Le Petit Jouhet verhuisd, een klein gehucht in de Berry, een streek in Midden-Frankrijk. Als ze korte tijd in Nederland waren, logeerden ze bij Willems dochters, of bij vrienden zoals bij mij en mijn huisgenoot Peter Engel. ‘Willem gaat niet dood, die leeft veel te graag,’ zei onze gezamenlijke vriend, de Nijmeegse schilder Edwin Smet, vlak voor zijn overlijden in de marge van een expositie van hem in Grave. Maar hij stierf wél na een kort ziekbed, bijgestaan door zijn Ineke, die van huis uit dramaturge was en later ook poëzie ging publiceren. Ze vulden samen, thuis en vaak op reis, elkaars leven. Alles wat verscheen, en dat was veel, was aan de ander opgedragen.