Artikelen

In een druilerig Parijs in november 1950 schudden Simon Vinkenoog en Hugo Claus elkaar voor het eerst de hand. Het begin van een intense briefwisseling. Het ideale opstapje om een treffend beeld te krijgen van een keerpunt in onze literatuur.

Jan Cremer droeg zijn boek Ik Jan Cremer op aan de vrouw voor wie hij het woord ‘seksbom’ had bedacht: zijn idool Jayne Mansfield. Een grapje voor intimi, want deze mooie vrouw leek onbereikbaar ver voor een lefgozer...

‘Ik ben aan ’t eerste begonnen maar kots ervan’, schrijft Annie M.G. Schmidt in een brief aan haar moeder over de kinderboeken die ze leest voor een cursus. Alma Mathijsen vraagt zich af of dit de reden was dat Annie zelf voor kinde...

Met verbazing leest Thomas Heerma van Voss een brief waarin Willem Elsschot zijn romans afdoet als een verslagje van zijn eigen levensloop. Geen woord over zijn literaire verdiensten en zoektocht naar perfectie. Terwijl dat juíst de reden is w...

Ernest van der Kwast houdt van lijstjes. Hij wordt op zijn wenken bediend door de aantekenboekjes van Arthur van Schendel. Talloze pagina’s schreef Van Schendel vol met rijtjes woorden. 

Op 14 mei 1940 wordt Rotterdam weggevaagd door Duitse bommen. Die avond maakt Menno ter Braak een einde aan zijn leven. Door een bizar toeval sterft zijn vriend E. du Perron op vrijwel hetzelfde tijdstip aan een hartaanval.

Ronald Giphart had net zijn studie Nederlands afgebroken en werkte als nachtportier in een ziekenhuis. Hij plakte twee blocnotevellen aan elkaar voor ‘Een Heel Erg Belangrijk, Geheim, Hoogstpersoonlijk Decreet’, met daarin: de negen gebod...

Hoe zag het dagelijkse leven in Indonesië eruit tijdens de Tweede Wereldoorlog? Kinderboekenillustrator Babs van Wely zat in een gezinskamp en hield een tekendagboek bij. 

Jerry Hormone had graag even een rondje gefietst op de witte racefiets van Bob den Uyl, 'maar dat is met een museumstuk niet gepast.’ Gelukkig schreef hij er wel een deugdelijk verhaal over. Lees het hier!