‘De toekenning (…) zal in de kringen der jonge litteratoren zeker met veel voldoening worden vernomen,’ schreef Het Vaderland, ‘want Lodeizen is “de Perk der jongeren” genoemd. Zijn oeuvre is niet omvangrijk, maar dat hij begaafd was en een oorspronkelijke geest bezat is buiten kijf.’ Zijn poëzie was melancholiek getoonzet en Lodeizen schreef in vrije, rijmloze verzen. Jacques Perk was voor de literaire generatie van Tachtig een wegbereider geweest en dat was Lodeizen voor de generatie van Vijftig.
Het innerlijk behang was de enige bundel die de dichter publiceerde, in 1949. Hij stierf op 26 juli op 26-jarige leeftijd aan leukemie in een kliniek in Lausanne. Hij had enkele jaren in de VS gestudeerd en was vanwege zijn ziekte teruggekeerd naar Nederland.
eens toen ik bij de mieren
in Zwitserland woonde
hoorde ik dat de wijsheid
een bergbeek voorstelt
klaterend uit de hemel
maar ik luisterde niet
later wachtte
ik voor de open rots
maar de uren smolten
het blauw kristal niet
eindelijk viel
een lange regen
in mijn voetstappen.
J. Greshoff had Het innerlijk behang op 3 juni 1950 lovend besproken in Het Vaderland. ‘De insinuerende eentonigheid van de stem werkt iedere keer opnieuw duidelijk en diep op mij in. Het is of Lodeizen mij iets in het oor fluistert, iets geheims, noodlottigs en verbodens. Het is per slot van rekening niet zo erg verboden, noodlottig of geheim; doch deze erkenning wist de eerste indruk niet uit. Poëzie is, gelukkig, nog altijd, ook voor de jongeren van nu, boerenbedrog, waaraan de dichter een tragische ernst verleent. De zeer bijzondere gave daarvoor benodigd, bezit Lodeizen in een mate, welke tot de grootste zeldzaamheden behoort.’