‘De dichter Jozef Eyckmans is een afzijdige en een bezetene,’ schreef de jury. ‘Bezeten van de poëzie, die voor hem letterlijk alles is, heeft hij zich naast, maar niet los van de bestaande stromingen in onze moderne dichtkunst, ontwikkeld tot een in vele opzichten uitzonderlijke figuur.’ In Eyckmans vierde bundel Zonder dansmeester (1967) was ‘zowel de visie als de techniek van deze poëzie ten volle tot ontwikkeling’ gekomen.
Eyckmans was achtenveertig toen hij debuteerde met de bundel Bij mijn leven nog (1955). Hij had piano gestudeerd aan het Haagse conservatorium en gaf pianoles tot hij in 1957 ziek werd. In 1961 verschenen twee bundels: Intrek bij oktober en Om wat er van over is. Zonder dansmeester verscheen ter gelegenheid van zijn 60ste verjaardag bij Nijgh & Van Ditmar.