‘Die activiteiten begonnen al in april 1950,’ memoreerde de jury, ‘toen Vinkenoog vanuit Parijs het eerste nummer van Blurb verstuurde (…). De bloemlezing Atonaal die Vinkenoog in 1951 samenstelde, was een volgende en belangrijke poging om lezers voor [de] nieuwe poëzie te interesseren. Dat hij de generatie waarvoor hij dit deed en waarbinnen hij zelf begon te schrijven, trouw is gebleven, bleek nog in april 1986, toen hij met groot enthousiasme en kennis van zaken een weekend in de Amsterdamse Kosmos organiseerde, gewijd aan Hans Andreus en Hans Lodeizen. Veel internationale contacten in de jaren vijftig, in het bijzonder met de Amerikaanse dichters van de “beat-generation”, inspireerden Simon Vinkenoog tot activiteiten die nieuw voor Nederland waren en die de poëzie naar een nieuw publiek toebrachten. De jazz-and-poetry avonden in 1963 in de Shéhérézade te Amsterdam liepen vooruit op de grote poëziemanifestatie in Theater Carré in 1966, waar Vinkenoog vijfentwintig dichters presenteerde aan een publiek van duizenden, in de zaal en thuis voor de televisie.’
Vinkenoog bereidde de weg voor manifestaties als Poetry International en de Nacht van de Poëzie, die de poëzie een ruimer publiek gaven en haar ‘op kleurrijke wijze’ verrijkte met het genre van de ‘spreekpoëzie’, door ‘performing poets’, aldus de jury. ‘De recente film Aan het woord, waarin Vinkenoog een bloemlezing gaf uit het optreden van sprekende dichters en waarin de ontwikkeling naar deze poëziepresentatie goed zichtbaar werd, was vijfendertig jaar na Atonaal de zoveelste en stellig niet de laatste van deze stimulerende activiteiten.’
Het eenmanstijdschriftje Blurb maakte Vinkenoog terwijl hij in dienst was van Unesco. Het blad kende twee jaargangen en kreeg de medewerking van de experimentele schrijvers, Andreus, Armando, Campert, Hugo Claus, Lucebert, Kousbroek en Rodenko o.a. Als dichter debuteerde Vinkenoog met de bundel Wondkoorts (1950). Zijn diverse Parijse adressen werden druk bezocht door zo’n beetje alle Vijftigers en Vinkenoogs ‘Poëzie in Carré’ bezorgde Jules Deelder en Johnny the Selfkicker hun definitieve doorbraak. Vinkenoog werd vooral bekend als dichter-performer maar schreef ook romans, en de autobiografie Aan het daglicht (1971).