Kersebloed (1990) is de tweede essaybundel van het dubbeltalent Mutsaers. Net als Hazepeper gevolgd door Napoleon, Sunt pueri pueri… en Varia (1985) houdt de bundel – met tekeningen, gedichten, foto’s – zich niet strikt aan één genre.
‘Je kunt de tweeëntwintig teksten uit Kersebloed zeker als essays of beschouwend proza aanduiden (en bekronen),’ schrijft Note. ‘Maar vaak hebben ze tevens iets verhaal-achtigs, ze bevatten heel wat autobiografische elementen en anekdotes, en het slot ziet er zowaar uit als een vraaggesprek (…).’ De stukken gaan eigenlijk allemaal over vormaspecten in kunst en literatuur. De verleidelijke kracht van Kersebloed zit niet in de ideeën op zich, ‘het bijzondere is dat de theorieën of theorietjes (over lichtheid, vorm, enzovoort) ter plekke in de praktijk gebracht worden. Ze illustreren zichzelf, voeren zichzelf uit, maken zichzelf waar (…).’