Wat doe je?
Ik schrijf.
Je tikt niet.
Ik lees, als voorbereiding op het schrijven.
Ja ja. Wat ga je schrijven?
Een tekst over een schrijver en haar honden.
Waarom hónden?
Bemoei je er niet mee.
Schmie knort, haalt haar poten van mijn schouder en gaat weer op de rugleuning van mijn stoel liggen.
Wat ik lees zijn brieven geschreven door Doeschka Meijsing. Ze zijn gericht aan Charlotte Mutsaers en gaan over het hebben van en leven met honden. Zowel Mutsaers als Meijsing leven jarenlang samen met honden en voor allebei, zo blijkt uit hun werk en uit interviews, zijn de dieren een regelmatig terugkerend en dankbaar onderwerp in hun werk en zo ook in deze correspondentie.
De eerste brief schreef Doeschka Meijsing op 8 januari 1990, tijdens een vakantie in het Franse Tasque.
Beam is een kroonprins! Hij springt door de bergen, hij danst door de velden en door de ruit. Had ik je dat al verteld? Dat Beam op een morgen wakker werd, dacht hoi! we gaan naar buiten en dwars door het raam van mijn slaapkamer op zolder sprong? Geen gewonden, wel veel glasgerinkel en een zéér verbaasde Beam. Zijn record tot nu toe is: twee gebroken bordjes, een gebroken ovenschaal, een gebroken ruit, een ½ pond matoque-kaas en een stuk cantal-kaas. Gelukkig dat die hond is!
Een dier kan je aanzetten tot actie. Poes Schmie heb ik jaren geleden van een vriendin gekregen in een poging me van een lang aanhoudende slechte bui af te helpen. Een dier dat op je bed springt en niet weggaat tot je eruit komt om het eten te geven. Daarin is de hond de overtreffende trap van de kat, met een hond moet je een paar keer per dag de deur uit om een wandeling te maken.
Het is elke ochtend een genot wakker te worden en zijn enthousiaste wil om de dag te beginnen te merken: Hoi! Daar is dat leuke mens. Kom we gaan! We gaan!
In Tasque wandelt Meijsing twee keer per dag met de hond heen en terug naar een Baskisch kruis.
En aangezien mijn voorouders Basken schijnen te zijn geweest die naar Duitsland trokken, is dit mijn dagelijkse bedevaart.