‘Persoonlijker dan het grote medelijden dat hij eerst in zijn werk uitsprak, maar dat het gevaar in zich droeg zichzelf buiten schot te houden, is het “grote verdriet”,’ aldus de jury. ‘De in zes afdelingen onderverdeelde bundel bevat gedichten, waarin woorden als Afscheid, Sterfelijkheid, de Onoverbrugbare Zee en het Vijfde Seizoen met dreigende hoofdletters worden gebruikt. Ook is een tweetal poëtische brieven aan vrienden opgenomen, met trefwoorden als “de verwijdering, het verwijt, het verraad”. En het sterkst zijn ongetwijfeld de liefdesgedichten, uiteraard met dezelfde ondertoon, die in hun combinatie van tastbare lichamelijkheid en uiterste gevoeligheid een door volledigheid overrompelend beeld oproepen, zowel van de gewenste toenadering als van de onvermijdelijke verwijdering.’ Ook technisch zag de jury een vernieuwing: ‘hij [hanteert] de taal in deze bundel met veel grotere vrijheid en zekerheid om er zijn groeiend gemis aan vrijheid en zekerheid mee onder woorden te brengen’.
De Antwerpse advocaat Eddy van Vliet was volgens de jury een van de meest op zichzelf staande dichters uit de generatie na 1960. Van begin af waren kwetsbaarheid en betrokkenheid de hoofdthema’s in zijn poëzie, die wel tot de bekentenislyriek wordt gerekend.