Een dichter van associaties en beelden, zo wordt hij genoemd. Door een ‘listige selectie en herformulering’ van reclameteksten, nieuwberichten en tekstflarden echoot de poëzie van K. Michel de werkelijkheid, schreef Arie van der Berg in NRC. Een ‘denkend dichter. Zijn poëzie is allerminst gespeend van beelden, maar er is aldoor een filosofische, of op z’n minst essayistische ondertoon. Dat suggereert ernst, maar bij Michel overheerst juist lichtvoetigheid. De metaforen in zijn verzen koketteren gretig met triviale informatie. En anders dan bij echte filosofen is het mechaniek van zijn teksten niet de ratio maar de associatie.’
K. Michel is dichter en schrijver. Hij debuteerde in 1989 bij de literaire stichting Perdu met Tingeling, absurdistische prozateksten en gedichten. In datzelfde jaar verscheen zijn eerste dichtbundel Ja! Naakt als de stenen. Daarop publiceerde hij een aantal prozabundels. In 1994 volgde de dichtbundel Boem de nacht, waarvoor hij de Herman Gorterprijs ontving. Voor Waterstudies ontving hij ook de VSB Poëzieprijs.
‘K. Michel heeft zijn eigen, unieke toon van grillige maar beheerste lichtvoetigheid lang geleden al gevonden. En dat geldt, meen ik, ook voor zijn “denkwereld”,’ schreef Mustafa Stitou over Waterstudies in de Groene Amsterdammer. ‘K. Michel toont ons, in achteloze en tegelijk uiterst precieze, klinkende taal, de raadselachtigheid van het leven. (…) De verschijning is het wezen. Maar, en dat is volgens mij waar het K. Michel in zijn poëzie om te doen is, deze anti-metafysische houding ontdoet de wereld niet van haar wonderbaarlijkheid; integendeel, wanneer men zijn energie niet verspilt aan een zich blindstaren op het achterliggende maar de tijd neemt en zijn blik nauwgezet richt op de (alledaagse) fysieke realiteit, dan blijkt deze wonderbaarlijker dan we durfden dromen.’