‘Fascinerende gedichten,’ vond de jury, ‘waarin de lezer zich beweegt tussen flitsen van herkenning en vervreemding.’ De experimentele bundel van Spinoy bestaat uit drie delen, die ‘samen een onderzoek vormen naar hoe wij waarnemen: van zintuiglijke ervaringen op een verre reis of dubbelzinnige ervaringen in de kindertijd tot de existentiële ervaring afgesneden te zijn van de wereld in een dode kamer.’
De jury was geraakt door Spinoys poëzie: ‘De ervaringen zijn niet verstard tot herinneringen, maar ze overrompelen, ontregelen en verrassen door de buiteling van de zintuigen, geuren, geluiden en kleuren, die variëren van zwavelgeel tot walnootbruin, van hagelwit tot chemisch rood. (…) Meesterlijk is het hoe Spinoy in Dode kamer zijn verzen met onverwachte beelden en sprongen varieert, maar toch een strak gecomponeerde bundel weet te maken. De drie cycli worden bijeengehouden door steeds weerkerende motieven, kleuren en indrukken en door de ongemene trefzekerheid waarmee de dichter zijn woorden kiest.’