‘Wie reeds vóór de laatste wereldoorlog de vraag stelde naar de drie belangrijkste levende prozaïsten in de Nederlandse letteren, zou de namen van Van Schendel, Bordewijk en Vestdijk te horen hebben gekregen,’ aldus de jury. ‘Van deze drie zijn er nog twee in leven, van wie Vestdijk reeds enkele jaren geleden de Constantijn Huygens-prijs ontving. Aan Bordewijk viel deze onderscheiding tot nu toe niet te beurt, om geen andere reden dan dat hij deel uitmaakte van het bestuur der Jan Campert-stichting.’ Bordewijk was vanaf de oprichting tot 1952 voorzitter geweest van de Jan Campert-stichting en was ook in 1957 nog bestuurslid, maar hij was bij ‘geen der daartoe strekkende beraadslagingen’ aanwezig geweest.