Het is in meerdere opzichten een merkwaardige episode uit de loopbaan van Ferdinand Bordewijk. Wanneer het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen – tegenwoordig is ‘Kunsten’ vervangen door ‘Cultuur’ – in 1949 een prijsvraag uitschrijft voor het beste filmscenario, uiteraard met het oog op verfilming, besluit hij mee te doen met een scenario voor zijn roman Bint. Tot dat moment heeft Bordewijk nooit laten blijken dat hij droomt van een verfilming en hij is dan allang een gevestigd en geprezen auteur. Bordewijk (1884, Amsterdam) gold als een van de voormannen van zijn generatie, met zijn controversiële Bint (1934) en uiterst succesvolle Karakter (1938). Waarom zond hij in voor een prijsvraag waaraan elk beginnend scenarist kon meedoen?
Vooral vanwege praktische redenen: het werd hem eenvoudigweg gevraagd door het ministerie en hij kreeg hoe dan ook een financiële compensatie van 350 gulden, ook wanneer zijn scenario niet zou winnen. De filmindustrie was allerminst groot of geprofessionaliseerd, en ook veel minder dan tegenwoordig ingesteld op boeken: in de naoorlogse jaren was het, kortom, bijzonder moeilijk om een boek of verhaal verfilmd te krijgen – ook voor auteurs met groot aanzien. En Bordewijk wilde zijn werk wel graag op het witte doek zien, in het bijzonder Bint. De roman had tot veel ophef en misverstanden geleid, die Bordewijk met interviews en toelichtingen onvoldoende had kunnen wegnemen.