Cees
Nooteboom

1978

Jan Campert-prijs
Cees Nooteboom (1933) heeft de Jan Campert-prijs 1978 ontvangen voor zijn dichtbundel Open als een schelp – dicht als een steen.

Als dichter had Cees Nooteboom zeven jaar niet gepubliceerd. ‘Zijn grootste aktiviteit lag rond het begin van de zestiger jaren,’ aldus de jury, ‘met bundels als Koude gedichten, Het zwarte gedicht en Gesloten gedichten. Afgaande op deze voor de inhoud van de bundels karakteristieke titels, lijkt zich in Nootebooms laatstverschenen bundel een nieuw gezichtspunt af te tekenen. Open als een schelp, dicht als een steen heet zij immers. De dualiteit die er uit spreekt is die van een paradoxaal inzicht. Om met Nooteboom zelf te spreken: “Hoe groter het oog wordt/ des te minder/ te zien”. Deze dichter heeft zich in zijn poëzie altijd in suggestieve beelden met de dood bezig gehouden. Zijn poëzie is een telkens ontsnappen aan het “ontelbaar doodgaan aan de kleinste dingen”, zoals het in zijn vroege gedichten heette.’ In het gedicht ‘Portret, zelfportret’ schrijft hij:  

 

zo heb ik van het donker  

een denken gemaakt 

en zoveel versluierds ontsluierd 

dat ik werd wat ik zocht, 

onvindbaar, onzichtbaar, 

 

als een man naast een beeld. 

 

 

Hier is volgens de jury sprake van ‘inzicht in plaats van zoeken, besef dat de dood een overweldigende kosmische grootheid is, waartegen niet te vechten is’. 

‘Zijn poëzie is een telkens ontsnappen aan het “ontelbaar doodgaan aan de kleinste dingen”’

Open als een schelp, dicht als een steen (1978) was Nootebooms vijfde bundel. In 1970 had hij een keuze uit zijn werk vanaf 1956 uitgebracht, Gemaakte gedichten. De verzamelbundel werd bekroond met de Poëzieprijs van de gemeente Amsterdam. Zijn poëziedebuut was De doden zoeken een huis (1956), een jaar daarvoor was hij gedebuteerd als romancier met Philip en de anderen. Sinds 1967 was hij poëzieredacteur van Avenue Literair, hij vertaalde veel buitenlandse poëzie voor het tijdschrift.  

 

‘Iedereen heeft vaders in de poëzie, maar de mijne wonen niet in Nederland,’ zei Nooteboom in een interview met Het Parool. ‘De reizende schrijver Cees Nooteboom ontvangt de Jan Campertprijs voor poëzie,’ schreef het Algemeen Dagblad over de bekroning. Bij het grotere publiek was Nooteboom in die jaren vooral bekend van zijn reisverhalen in de Volkskrant en Avenue. In 1978 was zijn vijfde bundel reisverhalen verschenen, Een avond in Isfahan. In 1981 kreeg Nooteboom de F. Bordewijk-prijs voor zijn roman Rituelen. Daarnaast werd Nooteboom in 1992 bekroond met de Constantijn Huygens-prijs voor zijn oeuvre en in 2004 met de P.C. Hooft-prijs

Jury

De jury bestond uit Gerrit Borgers, Pierre H. Dubois, Jacques den Haan, Gerrit Kamphuis, André Matthijsse en Paul de Wispelaere. Aan de Jan Campert-prijs was een bedrag van 4.000 gulden verbonden.

 

Uitreiking

De uitreiking vond plaats op dinsdagavond 19 december 1978 in het Haagse stadhuis. 

 

Credits portretfoto: Effigie Agence Opale AEG

Word vriend van het museum en maak nieuwe tentoonstellingen mogelijk! Help het museum