De P.C. Hooft-prijs 1996 voor het oeuvre van K. Schippers werd toegekend op voordracht van een jury bestaande uit H. Brandt Corstius (voorzitter), Maarten Doorman, Jan Fontijn, Nicolaas Matsier, Xandra Schutte en Aad Meinderts (ambtelijk secretaris). Aan de P.C. Hooft-prijs was een bedrag verbonden van 125.000 gulden (waarvan 50.000 gulden voor een specifiek literair doel).
K. Schippers, pseudoniem van Gerard Stigter (1936-2021), was dichter, prozaschrijver en essayist. Op de hbs kreeg hij Nederlands van Rob Nieuwenhuys, die hem in contact bracht met het werk van Nescio, Elsschot, Alberts en Carmiggelt. Samen met J. Bernlef en G. Brands maakte hij van 1958 tot 1971 het tijdschrift Barbarber. In de jaren zestig verdiende hij de kost met het schrijven van reclameteksten. In de jaren zeventig maakte hij een aantal films, samen met Kees Hin. Ook werkte hij voor de televisie. Als dichter debuteerde hij in 1963 met De waarheid als De koe. Daarna publiceerde hij nog drie dichtbundels. In 1971 debuteerde hij als romanschrijver met Een avond in Amsterdam. Er zouden nog acht romans volgen.
Zijn laatste roman is Waar was je nou (2005), waarvoor hij de Libris Literatuurprijs kreeg. Het meest productief was hij als essayist, documentairemaker, interviewer en kunstbeschouwer, onder meer met Een cheque voor de tandarts (1967), Holland Dada (1974) en De berg en de steenfabriek (1986). Voor Een klok en profil (1965) ontving hij de Poëzieprijs van de gemeente Amsterdam. Voor zijn roman Beweegredenen (1982) kreeg hij de Multatuli-prijs. En voor zijn beschouwingen ontving hij de Greshoff-prijs en de Pierre Bayle-prijs. Voor zijn boeken voor kinderen kreeg hij twee keer een Zilveren Griffel.