Begin oktober ging ik kijken bij de lerarenstaking in het Haagse Zuiderpark, en te midden van al die tienduizenden juffen en meesters, tussen alle spandoeken, vakbondssjaaltjes en protestkoren, vroeg ik mij ineens af hoe het toch met de auteurs van uitgeverij Atlas Contact zou gaan. Die waren toch ook in staking gegaan? Massaal legden ze begin deze zomer de pen neer toen hun geliefde uitgever dreigde over te stappen na een conflict met het moederconcern VBK.
Toch ben ik die stakende auteurs als Adriaan van Dis, Nico Dijkshoorn en Geert Mak daarna nog wel tegengekomen, op de buis en in bladen. Of was dat omdat hun protest in elk geval had opgeleverd dat er opnieuw gepraat werd tussen uitgever en moederconcern?
Stakende schrijvers en dichters, het werkt toch wat op de lachspieren. Leraren, treinpersoneel of vuilnismannen: ja, als die staken ligt het hele land plat. Maar hoe zit dat bij een beroepsgroep die de hele dag velletjes papier volschrijft?
Misschien moeten we dat toch niet onderschatten. In Hollywood gingen de scenarioschrijvers honderd dagen in staking, in de winter van 2007-2008. Dat schijnt de industrie 2,5 miljard dollar gekost te hebben.
Bij ons kwam in 1962 een groep van 65 auteurs als Gerrit Kouwenaar, Bert Schierbeek en Sybren Polet in opstand tegen de geringe vergoedingen voor hun werk. Ze boycotten de Boekenweek, literaire commissies, prijzen, jury’s en weigerden opdrachten. Als dat nu zou gebeuren zou er misschien even schamper op gereageerd worden als op die stakende Atlas Contact-auteurs, maar toen leidde het tot de oprichting van het Fonds voor de Letteren in 1965, een onmisbaar en uniek instituut dat nu niet meer weg te denken is uit de literaire wereld.
Het schrijversprotest kreeg in 1970 een vervolg, dat begon met een actie waarbij een groep schrijvers hun boeken uit de leenzaal van de Amsterdamse bibliotheek weghaalde en meenam naar de minister in Den Haag. ‘Wie hier boeken leent is een dief,’ was een van de protestleuzen die ze achterlieten. Dit ‘tweede schrijversprotest’ begon met een eis om een leenrechtvergoeding en groeide al gauw uit tot een algemeen protest voor betere vergoedingen.