Op pagina achttien van het manuscript van W.F. Hermans' De schoorsteenveger / een veelbelovende jongeman staat in getypte letters dat de auto waarin hoofdpersoon Everhard reed 'wel vijfentwintig mijl' haalde. Voor het woord 'wel' heeft Hermans later met de hand drie woorden toegevoegd: 'volgens de snelheidsmeter.' Het is nauwelijks leesbaar, zichtbaar later geschreven, en het lijkt een marginale toevoeging, iets dat menigeen niet zou opvallen. Toch is het een cruciale aanpassing: in eerste instantie leek de constatering gedaan te worden door een alwetende verteller, iemand die los van het personage wist hoe hard er precies gereden werd. Door die snelheidsmeter in te voegen, blijft het perspectief (zoals steeds in dit verhaal) bij het hoofdpersonage liggen. Door die snelheidsmeter, zou je kunnen zeggen, blijft het verhaal consistent.
Weinig zegt zo veel over de werkwijze van een auteur als de wijze waarop hij zijn eigen teksten aanpast. Er zijn genoeg schrijvers die, in de geest van Harry Mulisch, niet meer naar hun tekst omkijken zodra die eenmaal op papier staat: er volgt geen langdurig gepriegel met manuscripten of teksten in aanbouw, in herdrukken hoeven zelfs feitelijke foutjes niet aangepast. Zoals bekend was Hermans (1921-1995) iemand die altijd maar aan zijn teksten bleef sleutelen, zelfs lang nadat ze verschenen waren, op het meest gedetailleerde niveau. Vermoedelijk is dat ook de reden waarom zijn werk me zo bevalt.
Het door hemzelf onder handen genomen manuscript van De schoorsteenveger / een veelbelovende jongeman laat zijn werkwijze al heel helder zien. Het verhaal (volgens sommigen een novelle, het beslaat tientallen pagina's) schreef hij tijdens zijn periode in Canada, tussen 1948 en 1949, en draait om een jongeman die driehonderd dollar steelt en geleidelijk in een mentale crisis raakt. Wanneer Hermans de tekst precies bewerkte, is onbekend. Het verhaal verscheen pas in 1957, alleen nog met de titel Een veelbelovende jongeman, als onderdeel van de (fraaie) bundel Een landingspoging op Newfoundland en andere verhalen; bijna alsof hij al die tussenliggende jaren wilde gebruiken om zijn tekst aan te scherpen.