‘Dutch comfort’ toont een wereld van dreiging en chaos – Twee vroege toneelteksten van Willem Frederik Hermans, deel 2
In het oeuvre van Willem Frederik Hermans neemt het dramatische werk een relatief bescheiden plaats in. Dat bestaat in de kern uit Drie drama’s (1962), De woeste wandeling. Een scenario (1962), King Kong, gevolgd door Wat Nederland niet op de televisie mocht zien (1972) en Periander (1974). De eerste twee van de in Drie drama’s gepubliceerde stukken, ‘Het omgekeerde pension’ en ‘Dutch comfort’ ontstonden in de vroege jaren vijftig, te midden van canonieke Hermansteksten als Ik heb altijd gelijk (1951), Het behouden huis (1951) en De donkere kamer van Damokles (1952-1958).
Het zijn toneelteksten met een receptie die zich maar moeizaam verhield tot de inzet waarmee Hermans de stukken had geschreven. Bijna vergeten toneelteksten ook, in de marge van een oeuvre, teksten vanwaaruit desondanks talrijke verbindingen te leggen zijn naar de rijkdom van dat grote, in de Volledige Werken bijeengebrachte oeuvre. Twee teksten die, kort gezegd, ‘helemaal Hermans’ zijn.
Voor het ontstaan van ‘Het omgekeerde pension’ moeten we terug naar 1952, een belangrijke periode in het hermansiaanse literaire universum. In april van dat jaar staat Hermans terecht, wegens vermeende belediging van het katholieke volksdeel in zijn in november 1951 verschenen roman Ik heb altijd gelijk. Hermans wordt vrijgesproken – een uitspraak die in december 1952 in hoger beroep bevestigd wordt – en komt in diezelfde maand april in Podium met ‘Polemisch mengelwerk’, een uitgebreide, dodelijke afrekening met de critici van de roman. In datzelfde voorjaar van 1952 schrijft Hermans de onvoltooide novelle ‘Een overgevoelige natuur’, die hij twee jaar later zou omwerken tot een bepalend onderdeel van zijn latere succesroman De donkere kamer van Damokles.
In september 1952 ontvangt Hermans een circulaire van de Commissie voor de Propaganda van het Nederlandse Boek, om mee te doen aan de ‘éénacter-prijsvraag Boekenweek 1953’. Schrijvers worden uitgenodigd een stuk van 15 tot 25 minuten te maken over ‘de volkomen ommekeer’ die een brief teweegbrengt ‘in een bestaande situatie ter plaatse waar de brief wordt ontvangen’. Hermans vat de opdracht serieus op. Hij schrijft ‘Het omgekeerde pension’, volgens de ondertitel van het stuk een ‘psychodrama in één bedrijf’, een hilarische toneeltekst waarin alles letterlijk op zijn kop staat.