Wie dit leest, zal niet verbaasd zijn dat Hans Ferrée de literatuur verruilde voor de reclamewereld

In 1949 begon een jonge Hans Ferrée aan een liftreis naar Kaapstad. Dat leverde een manuscript op vol heerlijke overdrijvingen, waarin Ferrée zich al toont als de handige reclameman die hij later zou worden.

 

Op 1 december 1949 stapt een negentienjarige lifter ter hoogte van Bussum in een auto. Eindbestemming: het verre Kaapstad. Spoiler: hij zal die Zuid-Afrikaanse stad bij lange na niet bereiken. De jonge lifter is Hans Ferrée, een latere grootheid in de Nederlandse reclamewereld. In het archief van het Literatuurmuseum vind ik een foto van hem, langs de kant van de weg. Een beeld in zwart-wit. Geinkoppie, charmante lach, de ogen fonkelend van pret over het naderende avontuur. Naast hem staat een koffer, van boven tot onder volgeplakt met stickers; onder andere van regionaal dagblad Gooische Klanken en Het Parool. De jongen heeft een opengeklapte paraplu in de hand – ondergekalkt met tekst en beplakt met nog meer stickers. Zijn verschijning moet een vrolijke zijn geweest en vooral ook een opvallende, beide zaken bespoedigen succes bij het liften.  

 

Over deze liftreis met als oorspronkelijke doel Zuid-Afrika, schrijft de jonge Ferrée een boek, met de uiteindelijke titel Avonturen in drie werelddelen. De beoogde titel 25.000 km op de duim werd door de uitgeverij afgekeurd, omdat niemand interesse zou hebben in een liftboek. In het archief van het Literatuurmuseum ligt een vroeg manuscript van het boek. Het vertoont flink wat mankementen. Iets wat je de schrijver meteen vergeeft, wanneer je hem zo uitgedost langs de kant van de weg ziet staan. Over dat omvangrijke manuscript straks meer, een paar alinea’s serveer ik graag uit.

 

Hans Ferrée tijdens zijn reis. Collectie: Literatuurmuseum

 

Eerst een blik op de andere mappen over zijn grote reis. Ik tref veel krantenartikelen aan uit Gooische Klanken, waar Ferrée in een vaste rubriek verslag mag doen van zijn reis. Het zijn aardige sfeertekeningen van de plekken die hij onderweg aandoet, soms met boeiende onderwerpen, zoals de discriminatie in de straten van Algiers. Maar het zijn ook lastige stukjes, omdat Ferrée niet de blik en afstand heeft die je mag verwachten van een journalist. Hoofdredacteur H. de Jongh van het Maandblad Succes twijfelt ook en schrijft hem: ‘Wanneer u er voor instaat, dat de feitelijke gegevens volledig juist zijn, hebben wij inderdaad belangstelling voor enkele nadere stukjes in dezelfde geest.’

 

Volgens de administratie die de schrijver tijdens zijn reis bijhoudt in zijn notitieboekje, levert hij uiteindelijk één stuk aan het maandblad. Voor zeven en een halve gulden, hetzelfde bedrag dat Gooische Klanken hem uitkeert voor een aflevering.  

 

Plakboeken van Hans Ferrée met foto’s en krantenknipsels. Collectie: Literatuurmuseum

 

In het archief doe ik nog een mooie vondst: een briefwisseling van Ferrée met het Eindhovense bedrijf Philips. Bij een klein artikel uit De Philips Koerier, het bedrijfsblad, staat een foto waarop Ferrée zich scheert. Een brief werpt licht op deze foto. Op 3 november 1949 schrijft Philips-medewerker T.K. Hoeneveld: ‘(…) vernamen wij van Uw plan om aan de tocht naar Zuid-Afrika een reclame-karakter te willen geven voor bijvoorbeeld Philishave. (…) Vanzelfsprekend hebben wij de gedachte welke aan Uw plan ten grondslag ligt zorgvuldig overwogen op de reclamewaarde. Wij waren tenslotte van mening, dat deze vrij gering is; temeer waar de verkoop van Philishave in België en Frankrijk van enig belang is.’  

 

Een afwijzing die Ferrée als hij een maand later vertrekt niet tegenhoudt. Hij neemt het apparaat mee en demonstreert de werking op Noord-Afrikaanse pleinen. De schrijver stuurt na zijn reis op 19 januari 1951 een brief aan Hoeneveld:  

 

 

Op 17 november 1949 vertrok ik, gewapend met een klein koffertje, een schrijfmachine en natuurlijk een Philishave om te proberen liftend naar Kaapstad te komen. Graag wilde ik mijn erkentelijkheid uitspreken over de schitterende diensten die mijn Philishave mij onderweg heeft bewezen. Begin 1947 kreeg ik hem van mijn vader – Philips-dealer in Bussum – als verjaardagsgeschenk en datzelfde jaar ging het apparaat al mee op reizen door Frankrijk en Zwitserland. In 1948 en 1949 voerde ik de Philishave door de barre Pyreneeën en door Spanje en vooral op de laatste reis heeft de Philishave getoond aan apparaat te zijn waarop ik kan vertrouwen.

 

Wie dit leest, zal wellicht niet verbaasd zijn dat Ferrée het literair en journalistiek schrijven al snel na zijn reis verruilt voor de reclamewereld. Hij ontwikkelt zich tot een beroemd copywriter – de term ‘lelijke eend’ is bijvoorbeeld door hem gemunt. Een waarlijk groot romanschrijver lijkt aan hem niet verloren te zijn gegaan. Het manuscript van Avonturen in drie werelddelen is op onovertroffen wijze onvolwassen. Elke zin wankelt onder zwaarmoedigheid. Zin 1: ‘Op 17 november 1949 vertrok ik, miezerig kleumend in de koude herfstregen.’ In zin twee valt het woord ‘mistroostig’ voor het eerst en zeker niet voor het laatst. Hoofdstuk 2 begint met de volgende alinea:  

 

 

Een ijzig koude wind sneed me door duffel en lichaam die zaterdagochtend 10 december; de moddermassa’s doorweekten mijn schoenen en sokken en het kille water trok langs mijn broekspijpen omhoog en verstijfde mijn benen. Met gevoelloze kniegewrichten sleepte ik mij, huiverend voort door de eindeloze huismassa van Lyon naar een punt waar ik zou kunnen liften. Mijn humeur was grondeloos slecht en ik voelde me eenzaam en door iedereen verlaten. De gore hemel drukte mij neer tot een rampzalig microscopisch klein stipje, koud en verbitterd.

 

Correspondentie Hans Ferrée en Philips. Collectie: Literatuurmuseum

 

Bij de schrijver leeft het idee dat literatuur doordrenkt is met uitvoerig beschreven leed. Het regent de hele tijd en het is voortdurend koud en als het eens droog is dan is het zo droog dat hij het idee heeft dood te gaan. Het manuscript staat vol heerlijke overdrijvingen. Een auto die langs de kant van de weg staat is ‘bezaaid met duivenlijken en bloed’. Wanneer Ferrée een stad binnenrijdt, noteert hij: ‘Onderweg werd ik niet eens vermoord en na een martelende rit van twee uur kwamen we aan in Valence, waar ik vreesde alsnog uitgeroeid te worden...’

 

Het is bijna lief, hoe jeugdig Ferrée hier is – ik denk aan die foto van hem, een blozende knaap langs de kant van de weg. Avonturen in drie werelddelen verschijnt uiteindelijk bij uitgeverij Wereldvenster. Op 19 juli 1951 schrijft Het Vaderland over het boek: ‘Na zijn avonturen beleefd te hebben, keerde hij terug naar Nederland en hij heeft zich geroepen gevoeld zijn ervaringen op schrift te stellen. Het onbegrijpelijke is dat hij hiervoor een uitgeverij heeft gevonden, want de taal die dit jongmens blijkbaar in het dagelijks leven bezigt, heeft hij ook klakkeloos opgeschreven. Zij gaat alle perken te buiten. Wij raden onze lezers aan deze “tractatie” niet aan te roeren.’  

 

Nog een poos blader ik tegen dit advies in door het manuscript. Dan pas valt het me op: de schrijver besteedt – na flink wat Europese omzwervingen – erg veel aandacht aan het Noord-Afrikaanse gedeelte van zijn reis. Het aankomen in Tunesië, kortstondig Marokko aandoen en dan een verblijf in Algerije. Hij zit daar lang, ontdek ik al lezend. En hij moet nog helemaal naar Kaapstad. De doortocht vanuit Noord-Afrika blijkt moeilijk, onmogelijk – Ferrée schrijft over de ontzettend hoge kosten voor wie af wil dalen naar Dakar. 20.000 francs, inderdaad een enorme som geld destijds. Toch stuurt hij Het Parool – dat heel spaarzaam over hem bericht – de belofte snel te gaan. Het is een hoopvolle mededeling, maar zowel manuscript als aantekeningen laten zien dat de schrijver die kant helemaal niet meer op gaat. Vanuit Algiers neemt Ferrée de boot naar Canada, daarmee vinkt hij het derde continent af uit de titel van zijn boek. In Canada blijft hij een poosje (hij belandt er zelfs in de cel vanwege illegaliteit, waarmee hij in Nederland nog eens de krantenkolommen haalt). Daar eindigt uiteindelijk de reis, en hij keert terug naar Nederland.  

 

De voorgenomen reis naar Kaapstad loopt dus in de soep. Het tekent de jonge auteur dat hij er vervolgens het beste van maakt. Stukken voor de kranten over het vastlopen in Noord-Afrika, hier en daar de Philips scheerapparaat-demonstratie. En eenmaal thuis verandert hij de insteek van zijn boek; het wordt een liftverhaal dat drie continenten bestrijkt, toch best een illustere reis voor een negentienjarige. Meer dan schrijver of journalist, toont de jonge Hans Ferrée zich hier misschien al de handige reclameman die hij zal worden. Hij sleept de rest van zijn leven de ene na de andere reclameprijs binnen, bruist van de ideeën en wordt een van de eerste trendwatchers van Nederland. Hij opent een restaurant in Spanje (dat mislukt) en richt in zijn woonplaats Montfoort het privémuseum Musée Hans Ferrée op. Ook schrijft hij nog talloze boeken, waarbij de literaire aspiraties die hij als jonge man lijkt te hebben gekoesterd, hem niet langer in de weg zitten.

 

Blader hier door een deel van het manuscript van Hans Ferrée