In 1914 maakte de beeldend kunstenaar en schilder Willem van Konijnenburg een portret van Boutens, die toen 44 jaar was. Het is een schilderij, dat in bezit is van het Literatuurmuseum, in donkere tinten, de linkerhand van de dichter ligt over zijn rechterpols in een klassieke pose. Boutens zit als het ware ingeklemd tussen twee zware houten armleuningen, maar wat het meest opvalt is de blik van de dichter die weemoedig en melancholiek is, terwijl op veel foto’s uit die tijd Boutens fel en haast valkachtig scherp de lens in kijkt. Het is alsof Van Konijnenburg hem in zichzelf gekeerd, denkend wilde vastleggen. Dat staat haaks op een opmerking van Annie Salomons in haar Herinneringen: ‘Hij was boeiend en oorspronkelijk, een gedrevene, een bezetene.’