Drs. P was een anarchist in maatpak

Humor was het handelsmerk van Drs. P, ook al in een vroeg werk als de prozabundel Des Vondelings Wraak uit 1966. John Alexander Janssen bekeek het originele handschrift in het Literatuurmuseum.

 

Drs. P door Frank Leenhouts

bekijk het portret in de Schrijversgalerij

Dichter, liedjesschrijver, cabaretier, componist, ex-reclameman; Drs. P (pseudoniem van Heinz Hermann Polzer – Thun, Zwitserland, 1919 - Amsterdam 2015) was het allemaal. En hoe. 

 

Hoe eer je zo iemand in een stukje? Een man die zo ongelooflijk veelzijdig was, lenig in zijn taal, markant in voorkomen, in karakter? En ook, in een wereld die oneindige specialisatie lijkt op te dringen: hoeveel van dit soort duizendpoten zijn er nog over?

 

Dat laatste is niet zo moeilijk. Gewoon tellen: in Nederland nog vier. In Duitsland 43. Een tegenvallende 34 stuks voor de VS en in Zwitserland en Engeland zijn ze uitgestorven...

 

Eren is kiezen. En het mag duidelijk zijn. Van alles wat Polzer heeft gemaakt, is zijn (droge) humor mij het dierbaarst.

 

We zijn hier aan de oever van een machtige rivier
De andere oever is daarginds, en deze hier is hier
De oever waar we niet zijn noemen wij de overkant
Die wordt dan deze kant zodra we daar zijn aangeland

 

Veerpont, 1973 (Heen en Weer) 

 

Het is maar een van de bekendere voorbeelden. Een ander, minder bekend – maar net zo mooi – voorbeeld staat in een van zijn vroegste prozabundels, Des Vondelings Wraak (aanvankelijk verschenen onder het pseudoniem Geo Staad). In het archief van het Literatuurmuseum ligt het originele handschrift. Met potlood geschreven en met alleen de hoognodige doorhaling.

 

Kaft van Des Vondelings Wraak. Collectie|: Literatuurmuseum

 

Humor. Zo voert hij in het verhaal ‘De opgravingen bij M’boh M’boh’ de – vermoedelijke – archeoloog Dr. Graafkaak op, die voor een geïnteresseerd publiek verslag doet van een expeditie. Een bijzondere expeditie, die als doel had ‘als ik het nog even vluchtig mag recapituleren, om vast te stellen of de artifacten, in 1937 gevonden aan de voet van de Gabgeb, waren achtergelaten door de Gebgib die dit gebied waren binnengedrongen na onder hun legendarische held Gibgob het dal van de Gobgub te hebben verlaten toen deze rivier haar koers als gevolg van de eruptie van de Gubgab had gewijzigd, dan wel of dit niet het geval was.’

 

Reisgenoten van Graafkaak zijn de Britse geleerden Prof. Oldwives, Mr. Subsoil, Mr. Barelay en Prof. Damn-Cheekbone. De omstandigheden ter plaatse waren pittig. ‘(…) Dat wij in dienst van de wetenschap een verbeten strijd met de natuur hebben moeten voeren die in die gebieden – het is daar allemaal oerwoud natuurlijk – zich onbarmhartig tegen alle menselijk leven keert. Zo heeft u hier een slang die gelukkig nog vóór onze aankomst was gesnapt en onschadelijk gemaakt, maar die ons anders in levensgevaar had kunnen brengen als ze giftig was geweest.’

‘De opgravingen bij M’Boh M’Boh’, Drs. P. Collectie: Literatuurmuseum

 

Het absurde, het de draak steken met bepaalde vormen van gewichtigdoenerij in de wetenschap. Ergens doet het aan Dostojevski denken. In het bijzonder aan de roman Duivels, waar het geleerde, eminente personage Verchovenski senior wordt opgevoerd, een man die ooit ‘een briljant proefschrift verdedigde over de opkomst en het staatkundig belang dat het Duitse stadje Hanau tussen 1413 en 1428 binnen de Hanzeliga had kunnen hebben maar om niet geheel duidelijke oorzaken nooit had gehad’ (vertaling Hans Boland, 2008).

 

Anders dan de Russische grootmeester was Polzer een rasartiest. Een performer. Of, zoals uitgever Vic van de Reijt hem in een radioprogramma karakteriseerde, ‘een anarchist in maatpak’.

 

‘Als Bethlehem destijds op een podium had gestaan,’ schreef P in het stuk ‘Religie en Theater’ (DVW), dan ‘was het Christendom nooit van de grond gekomen (…) De handeling, laat ons nu maar toegeven, is niet pakkend. Het spel wordt gedragen door dictie en mimiek. En die moeten werken met een tekst die, hoe berijmd ook, geen vonken doet spatten’.

 

‘Religie en Theater’, Drs. P. Collectie: Literatuurmuseum

 

Er gebeurde te weinig. Hoe anders was dat in Polzers eigen leven. Hij belandde ooit in de Scheveningse cel omdat hij Hitler en Mussolini had beledigd, werkte na de Tweede Wereldoorlog als barpianist in Parijs en woonde voor zijn werk in de reclame jarenlang in Indonesië, tot Willem Duys – die ook zijn artiestennaam bedacht – hem wist te overtuigen om fulltime te gaan schrijven. Het belang van ontmoetingen...

 

Van humor.

 

‘Allegorisch op te vatten’, Drs. P. Collectie: Literatuurmuseum

 

‘Eigenlijk hoef ik u niets over het hondenjasjeskampioenschap te vertellen, want elk jaar maken pers en Bussum er rijkelijk gewag van’ opende hij een verhaal. (‘Allegorisch op te vatten’ – dit verhaal staat wel in het originele handschrift, maar niet in de gepubliceerde versie van Des Vondelings Wraak.) 

 

‘Jasje 1 wordt dus afgevaardigd naar het Eurohondenjasjesfestival (…). Het is een heel fijn jasje. De spaniël zegt het ook.’

 

Dit festival draaide trouwens echt niet alleen om commercie: ‘De saamhorigheid, de Europese gedachte, die is er ook bij gebaat (…). Ook al spreken we verschillende talen en vertonen we onze eigen gebruiken, bij zo’n gelegenheid beseffen we weer dat onze hondenjasjes eigenlijk veel gemeen hebben. De honden trouwens ook wel. Vindt u ook niet?’

 

Onnavolgbaar. Net als de auteur.