In 2013 leerde ik Pim Lammers kennen. We zaten samen in de finale van Write Now!, de grootste schrijfwedstrijd van de Nederlandse letteren voor jonge schrijvers. Samen brachten we het finaleweekend in Rotterdam door. We waren in meerdere opzichten jong: we droegen beiden zo ongeveer voor het eerst voor uit eigen werk en keken afwachtend op als iemand boven de eenentwintig ons aansprak. Pim kwam op mij over als een erg vriendelijke en verlegen jongen. Hij sprak weinig dat weekend, alsof hij nog niet helemaal zichzelf durfde te zijn. Dat juist hij dingen te vertellen had die we allemaal moesten horen, werd glashelder door de verhalen waarmee hij in de finale stond.