‘Zonder grapje van Stip, is Kans praatje wat sip’
In 1998 publiceerde Kees Stip, bij gelegenheid van zijn 85ste verjaardag, de bundel Geen punt. De meeste mensen zullen hem kennen van de vele, meestal zesregelige gedichtjes met een dier in de hoofdrol, geschreven onder het pseudoniem Trijntje Fop. Ze verschenen van 1952 tot 1964 in de Volkskrant, en daarna in onder meer Elseviers Weekblad. In de loop der jaren werden ze verscheidene malen gebundeld, in 1988 kwam de verzamelbundel Het grote beestenfeest. De beste Trijntje Fops aller tijden uit. Deze werd meer dan tien keer herdrukt.
Geen punt is echter geen dichtbundel, maar een bonte verzameling van (jeugd)herinneringen, aforismen, versjes en enkele samenhangende prozafragmenten. De bundel begint programmatisch met: