Marten Toonder: van Tom Poes tot de Bommelsaga
In het archief van Marten Toonder in het Literatuurmuseum bevindt zich een groot aantal uit buitenlandse dag- en weekbladen geknipte afleveringen van de ‘Avonturen van Tom Poes’. Met name het Scandinavisch taalgebied is goed vertegenwoordigd. De knipsels dateren allemaal van na de oorlog, op één uitzondering na: een mapje met uit een Tsjechisch kindertijdschrift geknipte bladzijden met afleveringen van ‘Macíčkova dobrodružství’ (‘De avonturen van Macíčkova’).
Uit onderzoek dat in de jaren tachtig is gedaan, is gebleken dat ze afkomstig zijn uit het eenmaal per veertien dagen verschijnende tijdschrift Punťa (Fikkie). Ze zijn daarin gepubliceerd in de periode december 1941 – augustus 1942. Hoe kwam Tom Poes, die voor het eerst zijn opwachting had gemaakt in De Telegraaf van 16 maart 1941, al zo snel zo ver buiten onze landsgrenzen terecht, nota bene in oorlogstijd?
Aan het begin van de zomer van 1939 had Toonder kennisgemaakt met Fritz Gottesmann (1899-1945), een joodse Oostenrijker die zich in oktober 1938, een half jaar na de Anschluss, in Amsterdam had gevestigd. In Wenen runde hij een persagentschap, Diana Verlag, dat hij in zijn nieuwe woonplaats onder de naam Diana Edition, International Press Service, met vallen en opstaan voortzette. Zijn voornaamste werkzaamheden lagen op het terrein van het kopen en verkopen van de rechten van strips van en aan het buitenland.