Willy Corsari is oud geworden. Heel oud. Ze werd, als Wilhelmina Angela Schmidt, op 26 december 1897 geboren in Sint-Pieters-Jette (bij Brussel) en overleed op 11 mei 1998 in Amstelveen. Op 1 mei 1919 trouwde ze, 21 jaar oud en vijf maanden zwanger, met de ruim twee jaar oudere notariszoon A.E. Sichterman. Tweeënhalf jaar later scheidden ze. Omdat ze de voogdij over hun zoon dreigde te verliezen, trouwde ze in 1928 met H.W.C. Douwens, journalist bij De Telegraaf, die in 1931 op 32-jarige leeftijd overleed. Daarna is Corsari ongehuwd gebleven, al had ze wel verhoudingen, onder andere met Jan Campert.
Corsari schreef weliswaar al van jongs af aan, maar begon haar carrière als zangeres en cabaretière in juli 1914 bij het gezelschap van de vermaarde Jean-Louis Pisuisse. Ze zong Franse en Duitse liedjes, en door haarzelf geschreven teksten. In de loop van de jaren kwam de nadruk steeds meer op het schrijven te liggen en in 1932 stopte ze met optreden. Van dan af wijdde ze zich helemaal aan het schrijven. Naast verhalen en romans waren dat meisjesboeken, detectives, hoorspelen en toneelstukken. Haar werk werd vertaald in het Deens, Duits, Engels, Frans, Hongaars, Noors en Zweeds. In Scandinavië was ze ongekend populair.
De map met brieven van Corsari in de collectie van het Literatuurmuseum is niet erg dik. Er zitten in totaal 30 brieven in, aan 14 verschillende personen. De oudste is uit 1917, de jongste uit 1977. In bijna alle gevallen gaat het om zakelijke post. Voor iemand die bijna zeventig jaar als schrijver actief is geweest, zijn er naar verhouding zeer weinig brieven bewaard gebleven.