Frederik van Eeden was een van de grootste schrijvers van de laatnegentiende, vroegtwintigste eeuw. Hij onderhield contact met William James, ontmoette Sigmund Freud en correspondeerde met Hermann Hesse. Binnen de landsgrenzen was de geboren Haarlemmer onder meer een voorbeeld voor Nescio, in leven en werk. Niet alleen in de kunst, met zijn opvattingen over idealisme, materialisme en pantheïsme – het idee dat alles goddelijk is – maar ook over volwassen worden en de weg door het leven. (Van Eeden: ‘Waar de mensheid is, en haar weedom, daar is mijn weg.’)
Nescio de wereldverbeteraar, ook híj startte met enkele vrienden een woonkolonie in het Gooi. De commune van Nescio heette Thames, die van Van Eeden en co. Walden, vernoemd naar het boek van Henry David Thoreau (1854; Van Eeden schreef bij de Nederlandse vertaling in 1902 het voorwoord). In Titaantjes van Nescio is een karikatuur van een bewoner van Walden terug te vinden.