Het is de kunst dit dan
als niet minderwaardig te ervaren.
Of dat te leren is?
Dat al wat is even volmaakt
onvatbaar is hoeft niet meer betoog.
‘De mens kan de totaliteit – of de essentie, het wezen, de idee – van, of achter, de werkelijkheid niet bevatten. Kunst, poëzie, mythe mogen dat al eeuwenlang geprobeerd hebben, de nietige, speelse, veranderlijke werkelijkheid zelf ridiculiseert dat iedere keer weer,’ schreef de jury. ‘Juist die uitgangspunten, die bevrijdende levensvisie, stelt Huub Beurskens in staat om gedichten te schrijven die extreem zinnelijk èn intellectueel rijk zijn, die de taal tegelijk opvoeren als een vehikel voor filosofische reflectie en als een muzikaal spel van klanken, ritmen en echo’s, O!’s.’
‘Bij nader lezen blijkt de titel dan ook niet te slaan op de gedichten als zodanig, maar op iets vlinderachtigs en unieks dat Beurskens daarin hoopt te vangen,’ schreef Peter de Boer in Trouw over Iets zo eenvoudigs (1995). ‘Misschien mag je dit “iets” wel gewoon heel ouderwets “schoonheid” noemen. Beurskens laat dit woord tenminste zowaar een keer vallen en plaatst er als kanttekening bij: “Schoonheid. Wie haar / ervaart wordt erdoor geboeid verlaten.” Deze paradox lijkt mij essentieel voor zijn poëzie: dat zij zich als gebiologeerd gekluisterd weet aan iets dat zich desondanks van haar verwijdert.’