Anton van Duinkerken door Theo Swagemakers
Van Duinkerken kwam in 1903 ter wereld in Brabant, in Bergen op Zoom, als zoon van een bierbrouwer. Al op jonge leeftijd wist de jongen dat hij priester wilde worden, maar hij had nog een andere grote passie: de literatuur. Hij had contact met diverse literaire tijdschriften maar voor een priester in opleiding was publiceren verboden. Van Duinkerken nam een pseudoniem aan, maar daar kwam de bisschop snel achter, en die dwong hem als het ware tot een ‘literair celibaat’. Maar Van Duinkerken wilde ook buiten de invloed van het kerkelijk gezag serieus worden genomen als schrijver en verliet het seminarie. Hij ging aanvankelijk naar Tilburg om verder te studeren maar verhuisde enkele jaren later, op zijn zesentwintigste, naar Amsterdam.
De daaropvolgende jaren was hij daar literatuurcriticus bij het rooms-katholieke dagblad De Tijd, en redacteur van de eveneens rooms-katholieke literaire tijdschriften Roeping en De Gemeenschap (waarin hij de degens kruiste met Menno ter Braak en Hendrik Marsman), hij publiceerde alles bij elkaar een dertigtal boeken en raakte bevriend met Godfried Bomans. Hij was inmiddels een prominente literaire figuur, maar zijn bereik zou spoedig groter worden.