Steeds als er toch weer een roman van Inez van Dullemen verscheen, zei ze stralend en met een ondeugende blik in haar ogen: ‘Dit is echt mijn laatste hoor.’ Nadat het Literatuurmuseum een tentoonstelling aan haar had gewijd, nam ze haar notitieboekjes, die daar ook te zien waren, weer mee naar huis. ‘Je weet maar nooit.’ Op basis van haar oude aantekeningen publiceerde ze nog drie romans. Daarna werd het stil. Van Dullemen leed aan alzheimer en werd onbereikbaar voor haar dierbaren. Kort na haar zesennegentigste verjaardag is ze overleden.
Een mevrouw uit de keurige Haagse Vogelwijk, zo typeerde men haar, toen ik haar als jonge verslaggever bezocht voor een interview voor Het Vaderland, de gerespecteerde krant die in 1982 ter ziele zou gaan. Ze bleek heel wat minder mevrouwerig te zijn dan mij was voorgespiegeld en vertelde op een gepassioneerde manier over haar leven en haar boeken. Hoe zij, dochter van de schrijfster Jo de Wit, debuteerde met dromerige, schwärmerische novellen, waarna de dichter Nijhoff tegen haar zei: ‘Je ziet eruit alsof je verliefd bent.’