Podcast: Achter de muur (bloemlezing) van Marga Minco
Marga Minco. Veel lezers, nauwelijks-lezers of zelfs niet-lezers zullen bij het horen van haar naam vooral denken aan de literatuurlijst van de middelbare school, waarop, naast klassiekers als Max Havelaar en Karel ende Elegast, haar Het bittere kruid regelmatig prijkte. Dat zal niet in de laatste plaats geweest zijn omdat het aantal pagina’s van dit oorlogsboek, van een Boekenweekgeschenkachtige dunte, nog onder de honderd duikt. Dit in tegenstelling tot de leeftijd van de schrijfster, die op 31 maart 2020 exact honderd kaarsjes mag uitblazen.
Minco, geboren in het Bredase Ginneken als Sara Menco, was het derde kind van een Oldenzaalse vertegenwoordiger en een Groningse huismoeder. Haar vader was een religieus man; haar moeder temperde hem in zijn joods-orthodoxe nukken. Van haar oudere broer en zus leerde Marga voor de vrijheid te kiezen: haar vijf jaar oudere broer Dave keerde zich af van het geloof, haar één jaar oudere zus Betsie koos voor een studie aan de Tilburgse kunstacademie.
Marga voelde zich evenmin aangetrokken tot het geloof; eerder ervoer ze het als een belemmering die maakte dat ze anders was dan andere kinderen – een positie waarin niemand zich in zijn jeugd graag geplaatst ziet. Zou het de literatuur zijn geweest die haar, eenmaal op de Nutsschool voor Meisjes in Breda, vrijheid verschafte? Het waren de boeken van Couperus, Slauerhoff en Nijhoff die haar daar lieten kennismaken met literatuur – die de afzondering van haar jeugd compenseerden met verhalen die haar de mogelijkheid gaven in gedachten naar andere plekken en tijden te reizen.
Al die mentale uitstapjes hielpen haar bij de ontwikkeling van haar schrijftalent en in 1938 wist ze een baantje te vergaren bij de Bredase Courant. Onder het pseudoniem ‘Hus’ schreef ze film-, toneel- en literatuurrecensies. Daarnaast maakte ze stukjes over lokale gebeurtenissen en corrigeerde ze andermans werk. Dit duurde tot de dag na de Nederlandse capitulatie, toen zij vanwege haar joodse achtergrond werd ontslagen. Ze was de eerste journalist in Nederland die dit overkwam.
Dit was nog maar het begin van wat de familie zou overkomen. Haar ouders, broer en zus werden gedeporteerd. Minco overleefde als enige door onder te duiken bij dichter en vertaler Bert Voeten (1918-1992), met wie ze direct na de oorlog zou trouwen. Van de naam die ze in de onderduik hanteerde – Marga Faes – behield ze de voornaam; het laatste deel van haar pseudoniem was een terugkeer naar de oorspronkelijke schrijfwijze van haar achternaam, die door een ambtenaar ooit abusievelijk was verbasterd.