Remco Campert: de tijd duurt één mens lang
Wij mensen zijn goed in achteromdenken: over een herinnering uit het verleden leggen we maar al te gauw de kennis van nu. Zien we oude foto’s van een dierbare met een zwangere buik, dan zijn we geneigd over dat nog ongeboren wezentje te denken als de peuter, kleuter of misschien zelfs volwassene die het nu is. Een wezentje dat toen misschien nog niet eens een naam had, dat nog geen uiterlijke kenmerken had, geen eigenschappen of wil, verandert zonder dat we ons ertegen kunnen verzetten in een compleet mens, met alles wat die nu bij zich draagt. Terwijl het toen nog afwachten was of het kind bij geboorte tien vingertjes en tien teentjes zou hebben.
Die neiging tot achteromdenken grijpt mij ook als ik kijk naar foto’s van een kleine Remco Campert (1929), die op 28 juli 2020 zijn 91e verjaardag viert. Toen hij een kleine tweeënhalf jaar geleden afscheid nam als Volkskrant-columnist, vreesden we voor zijn gezondheid. De koppen suggereerden bijna dat de oude schrijver met het neerleggen van de Volkskrant-pen zijn doodsvonnis had getekend. ‘Camperts columns waren altijd lichtvoetig, ook als het over zware onderwerpen ging,’ schreef zijn thuiskrant in de verleden tijd, een vermelding van zijn leeftijd erbij – wie niet goed las, had kunnen denken dat het een in memoriam betrof.