Toen Louis Couperus in 1923 overleed zullen er niet veel mensen rondgelopen hebben die meer van de wereld hadden gezien dan hij. Geboren in Den Haag, opgegroeid in Nederlands-Indië, gewoond in Italië en Frankrijk, en vooral: veel gereisd. Door Europa, Afrika en Azië, alles met de boot. Deze online expositie brengt die werelden in kaart en verbindt ze met waar het bij Couperus om gaat: de literatuur, de enige wereld waarin hij zichzelf kon zijn.
Den Haag
Duister, benauwd en klein
‘Zo ik íéts ben, ben ik een Hagenaar,’ aldus Couperus. Maar in zijn boeken wordt Den Haag beschreven als een uitgesproken duistere stad.
Indië was voor Couperus een land van herkomst. Hij zou zich in later jaren intensief in die koloniale wereld verdiepen – en in de maatschappelijke verhoudingen.
‘Het is niet de moeite waard om in je eigen tijd te leven,’ schreef Couperus. Hij voelde zich bovenal thuis in het geestelijke klimaat van de klassieke oudheid.
In Nice kon Couperus leven als de aristocraat die hij in Den Haag had willen zijn. Maar de Franse stad was slechts een voorportaal van het echte Zuiden.
Vanaf zijn eerste voetstappen in Japan, stond het land Couperus tegen. Het hielp niet dat hij ernstig ziek werd op wat zijn laatste grote reis zou worden.