Het is het lot van bijna elke schrijver om vergeten te worden. Voor hen die bij leven al nauwelijks bekend waren is dat weinig verwonderlijk en levert het meestal niet zo’n gedenkwaardig verhaal op. Boeiender wordt het wanneer schrijvers, ondanks groot succes in hun eigen tijd, na hun dood toch al snel in de vergetelheid raken. Maar de waarlijk interessante figuren doen het allemaal in een en hetzelfde bestaan: beroemd én vergeten worden.
Een van de markantste gevallen is de dichteres Hélène Swarth (1859-1941). Als twintiger was ze een literaire beroemdheid, die door Willem Kloos op het schild werd gehesen als ‘het zingende Hart in onze letterkunde’. Op haar 81ste stierf ze vereenzaamd, onbekend en door sommige moderne dichters zelfs verguisd. Toch was deze schrijfster van historisch belang, in het Literatuurmuseum worden vele manuscripten van haar bewaard. Hoe kon het zingende Hart in onze letterkunde al bij leven vergeten worden?