Toen Aart Staartjes herdacht werd in de week na zijn dood, gebeurde dat met teksten die niet van hemzelf waren. In De Wereld Draait Door bijvoorbeeld, werd hetzelfde liedje (‘Dood zijn duurt zo lang’) gezongen dat in hetzelfde programma na de dood van de schrijver ervan, Willem Wilmink, ten gehore werd gebracht. We zagen de Stratemaker op Zee-show, J.J. de Bom, en Sesamstraat natuurlijk. Maar dat hij een boek op zijn naam heeft (Aarts vader) kwam niet erg aan bod.
Schrijven deed hij dus niet of nauwelijks, maar om te doen wat hij wilde doen, had hij des te meer schrijvers nodig. Voor hen wist hij dan ook de ruimte te creëren, en als producent en regisseur was hij belangrijk. En dan vooral voor een groep schrijvers die bekend werd als ‘Het Schrijverscollectief’ en die aanvankelijk bestond uit Hans Dorrestijn, Karel Eykman, Ries Moonen, Fetze Pijlman, Arie Rampen, Jan Riem en Willem Wilmink. Die club was bijeengebracht door tv-maker Frans Boelen, maar het was Aart Staartjes die ze van het meeste werk voorzag.
De kiem van het succes voor die samenwerking was misschien wel de opdracht die Aart Staartjes kreeg van de IKON: hij moest Bijbelverhalen voorlezen in de voor kinderen bedoelde versies van Karel Eykman, die zich moest aanpassen aan het gebrek aan kennis van de ongelovig opgevoede Staartjes en er op die manier in slaagde om precies de juiste, toegankelijke toon te vinden voor zijn Bijbel-hervertellingen.
Het was de laatste keer dat Staartjes zich iets zou aantrekken van God of gebod: zijn tv-carrière bestond vanaf dat moment uit een grote aanval op ouderlijk gezag. Hij vond daarbij geestverwanten onder acteurs zoals Joost Prinsen en Wieteke van Dort met wie hij veel succes had, en dus onder de schrijvers die hem van zoveel prachtmateriaal voorzagen.