Ooit riep ik schrijvers voorzichtig op hun archieven beter bij te houden. En dan met name de schrijfsters. Omdat zij achterbleven bij hun mannelijke collega’s, die er enorme archieven op na hielden. Maar nu tref ik een schrijfster die wel degelijk nadacht over haar nalatenschap. En zichzelf op waarde schatte, al zullen er weinig lezers zijn die haar naam nu nog kennen.
Kathinka Lannoy (1917-1996) schreef streekromans, kinderboeken en korte verhalen. Haar debuut, Het geslacht Trigland, uit 1939, werd overwegend lovend ontvangen door critici. Al waren de lezers nog enthousiaster, maar liefst 600.000 exemplaren werden er van de uiteindelijke trilogie verkocht. Ze had een voorliefde voor het buitenaardse, ze schreef spookverhalen en sciencefictionverhalen. Met die laatste won ze twee prijzen in de Verenigde Staten.