6 juli viel in 1895 op een zaterdag. Het was koel en bewolkt weer in Noord-Holland. Het was geen bijzondere dag, zeker geen dag die de geschiedenisboeken op enige manier zou ingaan, maar toch zie ik deze gegevens nu uitgeschreven voor me, met daaronder een hele rits andere details, opgetekend in een sierlijk handschrift. Ook van 7 juli 1895 kan ik een beschrijving vinden, of van 8 juli, of van 9 juli.
Bij al die dagen heeft Lodewijk van Deyssel namelijk dezelfde gegevens ingevuld, in een van zijn talloze dagboeken. Het gaat daarbij niet alleen om het weer, het gaat ook om talloze subcategorieën, waarover Van Deyssel regelmatig niets te melden heeft: ‘Rijwiel [gebruikt]’ bijvoorbeeld (meestal: niets), of ‘verkeer’, of ‘gezaagd’. Alsof hij iedere dag gedwongen werd een vragenlijst in te vullen om zijn bestaan zo goed mogelijk in kaart te brengen.