Oneindige stapels papier
Waarom begint iemand met schrijven? Het is een van de meest gestelde vragen in auteursinterviews – en een van de moeilijkste om te beantwoorden. Sommigen zeggen: bij wijze van therapie, om dingen van me af te schrijven. Anderen zeggen: om herinnerd te worden. Weer anderen zeggen: om de wereld te doorgronden, mijn eigen rol daarin iets beter te begrijpen, of: om dingen vast te leggen, als vorm van documentatie dus. Ook een veelgehoord antwoord, eentje dat ik zelf ook weleens geef: omdat ik niet anders kan.
Lodewijk van Deyssel (1864-1952) lijkt een auteur die de bovenstaande motivaties combineerde, en dat leidde tot een ontzagwekkend grote nalatenschap: in het Literatuurmuseum liggen welgeteld achtennegentig dozen met zijn werk in bewaring, allemaal tot de rand gevuld. De inhoud: manuscripten, brieven, de meest uiteenlopende dagboeken (regelmatig met een heel specifiek onderwerp), aantekeningenschriften, duizenden handgeschreven briefjes en kladblaadjes. Het verraadt niet alleen een maniakale schrijfdrift, het geeft ook een kijkje in Van Deyssels af en toe maniakale gedachtewereld. Maar die twee gaan bij hem hand in hand – hoe meer ik door zijn nalatenschap bladerde, hoe duidelijker dat me werd.
Er is, bijvoorbeeld, een onaniedagboek waarin Van Deyssel bijhoudt hoe vaak hij masturbeert, wanneer, hoe lang, onder welke omstandigheden. (Een tipje van de sluier: vaak, en doorgaans onder huiselijke omstandigheden.) Ook te vinden: een weerdagboek, met iedere dag een beschrijving van de temperatuur, de wind, de lucht. Van Deyssel hield themaschriften bij over zijn verkoudheden, die hij minutieus omschreef. En er is een slaapdagboek dat bijzonder mijn aandacht greep – misschien omdat het, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het onaniedagboek, niet vaak is beschreven, en omdat het zo warrig gerangschikt is: op een overweldigende hoeveelheid soms slordig beschreven papiertjes hield Van Deyssel bij hoe hij had geslapen. Het onderscheid was dan niet eenvoudigweg dat tussen slecht, matig, en goed, nee, op die blaadjes worden stadia van halfslaap onderscheiden (enkel tussen het diepere slapen door, als voorstadium van het werkelijk ontwaken, het moment vlak voor hij in slaap valt). En in Van Deyssels universum zijn er ook allerlei verschillende vormen van ontwaken, van dromen, van liggen.