Simon Vestdijk: de onverwachte onwerkelijke werkelijkheid van ‘Het Veer’
Op 18 juni 1951 stuurt Simon Vestdijk een brief naar het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Hij heeft de P.C. Hooft-prijs gewonnen en binnenkort vindt de uitreiking plaats. Alles is geregeld, locatie en datum liggen vast, maar toch is er een onderwerp dat volgens Vestdijk besproken moet worden: ‘de zaak Van het Reve’. Vestdijk wijdt er maar liefst twee kantjes aan, in een brief die hij met de typemachine schreef en waarin de nodige foutjes handmatig zijn gecorrigeerd.
Ik moet u even lastigvallen met de zaak Van het Reve, in zoover die door sommige lieden in verband wordt gebracht met de P.C. Hooft-prijs en een veronderstelde houding mijnerzijds voor of tijdens de uitreiking daarvan. In Amsterdam doen desbetreffende praatjes reeds eenige tijd de ronde. Tot nog toe heb ik er op zeer beperkte, zij het ook scherpe wijze op gereageerd, meenende, dat zij door menschen met eenig critisch vermogen als belachelijk zouden worden afgewezen.