Uw naam is niet mooi
Maar het eerste wat Van Eeden doet in zijn brief is iets anders: hij prijst Dèr Mouw. ‘U moet dit werk publiceren, dat staat vast, u moogt het niet langer verborgen houden.’ Van Eeden is blijkbaar zo enthousiast dat hij geen zin verspilt aan inhoudelijke aarzelingen of verbeterpunten, of dat hij iets praktisch noemt als een mogelijk geïnteresseerde uitgeverij. Nee, direct denkt hij al na over een concrete uitgave: ‘Een literaat behoeft u daarom [met het niet langer verborgen houden, THvV] niet te worden. Dat werd ik ook niet. Maar de publicatie moet met beleid geschieden, om de waardering niet te bemoeilijken. Ik raad u een kort mooi pseudoniem te kiezen. Uw naam is niet mooi, en het past u misschien nog beeter een zelfgevonden naam te dragen.’ Waar het woord ‘zelfgevonden’ staat, stond aanvankelijk ‘eigen’, maar dat woord heeft Van Eeden doorgestreept. ‘Uw loopbaan moet terstond aan een krachtige naam verbonden worden. Dat is ook gemakkelijk voor den docent geleerde en filosoof dèr Mouw, die rustig blijft lesgeven, terwijl het vliegtuig ergens omhoog onzichtbaar lonkt. Ik zou zoo lang mogelijk verborgen houden dat docent en dichter één persoon zijn.’
Van Eeden geeft dus, kort samengevat, zowel een esthetisch argument als een pragmatisch argument. En al klinkt de zin waarin hij de mogelijkheid van het pseudoniem opwerpt nog vrij neutraal (‘ik raad u’), Van Eeden is bijzonder dwingend in zijn brief. Door dat veelvuldige ‘u moet’. Door de stelligheid van zijn zinnen: woorden als ‘misschien’ of ‘vind ik’ gebruikt hij niet. En ook door het feit dat hij aan Dèr Mouws poëzie maar één zin besteedt en aan het eventuele pseudoniem meerdere alinea’s.