De hakenkruisen van Hermans

In 1975 moest Willem Frederik Hermans tot twee keer toe aanschouwen hoe zijn werk met hakenkruisen bezoedeld werd. ‘Kan het stommer? Hij is geenszins een dictator van het Hitlertype, maar eerder een kleine Stalin.’ 

 

W.F. Hermans: Expeditie Nooit meer slapen

Bekijk de online expositie

In 1973 leverde Willem Frederik Hermans een bijdrage aan de Herodotusreeks van de VPRO, een serie televisiefilms gebaseerd op de Historiën van de Griekse geschiedschrijver Herodotus uit de vijfde eeuw voor Christus. Bedenker van het filmproject was Jan Blokker, die als eindredacteur werkzaam was voor de VPRO. Hermans voltooide Periander te midden van de voorbereidingen op zijn verhuizing van Groningen naar Parijs in november 1973.

 

Hermans had gekozen voor een bewerking van de historie van Periander, de dictator van Korinthe die zijn vrouw heeft vermoord. Wanneer zijn zoon, kroonprins Lykofron, erachter komt dat zijn vader schuldig is aan de dood van zijn moeder, zendt Periander hem in ballingschap naar het eiland Korfoe. Vele jaren later wil de inmiddels bejaarde Periander zich verzoenen met zijn weerspannige zoon. Hij biedt Lykofron aan diens plaats als balling in te nemen in ruil voor de troon, maar voor het zover komt wordt Lykofron door zijn vrienden op het eiland, die de dynastieke tirannie willen doorbreken, met stenen de hersens ingeslagen.

 

De Herodotusreeks ging in 1974 van start maar kampte al snel met productieproblemen, tegenvallende kijkcijfers en negatieve kritieken. Het scenario dat Hermans bij Blokker inleverde moest bovendien grondig bewerkt worden om het geschikt te maken voor vertoning op televisie. De jonge televisieregisseur Ruud van Hemert (1938-2012), die bij de VPRO aan de zijde van Wim T. Schippers ophefmakende programma’s rond het personage Barend Servet creëerde en later furore zou maken met speelfilms als Schatjes! (1984) en Ik ook van jou (2001), herschreef het scenario in overleg met classicus René van Rooyen, die als adviseur bij het project was betrokken. Intussen verscheen al wel de boekuitgave Periander, in het najaar van 1974 bij De Bezige Bij.

 

Op 21 januari 1975 werd de film Periander vertoond op het eerste net. Hermans bekeek het resultaat in kennelijke staat, zo schreef hij naderhand aan zijn bibliograaf Frans Janssen: ‘De Perianderuitzending heb ik met een buik vol alcoholica en smakelijke spijs op kleuren TV gezien ten huize van Fons Rademakers. Ik was al lang tevreden dat ze er geen dolle boel van gemaakt hadden (wat ik vreesde).’ Zijn benevelde toestand was er wellicht de oorzaak van dat hij iets merkwaardigs over het hoofd had gezien: Julien Schoenaerts, de Vlaamse acteur die de rol van Periander vertolkte, droeg een met swastika’s bestikte mantel.

 

Julien Schoenaerts als Periander. Foto: Kippa, collectie: Literatuurmuseum

 

Hermans werd erop gewezen door Bert Boekschoten, een voormalige collega van de Groningse universiteit. Boekschoten schreef dat hij ‘vrij veel coupures’ ten opzichte van de boekuitgave Periander had waargenomen. ‘Van ingrijpender aard waren toevoegsels en veranderingen.

 

Opvallend was het met zilveren hakenkruisen gesierde gewaad van Periander.’ Hermans was ontstemd over zoveel onnozelheid: ‘Kan het stommer? Hij is immers geenszins een dictator van het Hitlertype, maar eerder een kleine Stalin. Hij berooft de rijken van hun “vuile winsten”, heeft z’n vrouw vermoord, wat Stalin meen ik ook gedaan heeft’. Niet voor niets was in de boekuitgave een leeswaarschuwing opgenomen: ‘Periander is niet geschikt voor jeugdige kijkers of soortgelijke aanhangers van Karl Marx.’

 

Dat de strekking van het stuk verkeerd begrepen zou worden had Hermans min of meer voorvoeld. Hij schreef in 1973 al aan zijn uitgever Geert Lubberhuizen dat Jan Blokker niet geestdriftig leek: ‘te duur om te produceren zegt hij, maar hij vindt het in werkelijkheid te rechts of te fascistisch voor de VPRO denk ik.’

 

Van Hemert verklaarde op de dag van de uitzending in een interview dat hij ten opzichte van het oorspronkelijke scenario ‘een paar specifieke reactionaire Hermans-uitspraken’ geschrapt had. Hermans luchtte zijn hart bij Boekschoten: ‘Het is allemaal erg treurig in Nederland iets op artistiek terrein te ondernemen; als ik niet geëmigreerd was, zou ik het allemaal nog veel treuriger vinden. Nu kan ik niet uit het raam kijken zonder een zucht van verlichting te slaken en te denken: wat is dat land goddank ver weg.’

 

Brief van W.F. Hermans aan Bert, 26 februari 1976. Collectie: Literatuurmuseum

 

In Parijs voltooide Hermans Onder professoren, de roman waarin hij afrekende met het Groningse academische milieu en met de jeugdige aanhangers van Karl Marx die hij uit eigen ervaring kende: ‘Alleen aan een universiteit,’ overweegt de hoofdpersoon, chemicus Roef Dingelam, ‘kon je werken als een cultuurdrager: voor je plezier, omdat het je roeping was.

 

Vroeger tenminste. Nu werd de universiteit ook een concentratiekamp, dat was hun droom.’ Rechts en links doen daarbij niet voor elkaar onder: ‘Hitler of Marx, concentratiekampen is het enige waar de wereldverbeteraars van dromen. Iedereen een poot afzagen, dan kon tenminste niemand meer jaloers wezen op mensen met twee benen. Zo was dat!’

 

In zijn geliefde Austin-Healey sloeg W.F. Hermans met 160 km/uur over de kop

De ontwerper van de eerste versie van het beoogde omslag voor Onder professoren was kunstschilder en illustrator Wout van Vliet (1948-1997). Hermans beoordeelde het ontwerp medio april 1975 als ‘heel aardig’, al had Van Vliet ervoor gekozen om ‘op de achtergrond een toren af te beelden, op zichzelf een goed idee, maar het is niet precies de toren waar­mee de in deze roman beschreven universiteitsstad prijkt’.

 

Ook een aangepast ontwerp dat hij in juli ter beoordeling toegestuurd kreeg keurde Hermans af: het omslag ‘van die met slechte petten en drankneuzen voorziene pro­fessoren’ vond hij ‘toch werkelijk al te lelijk’.

 

Wat Hermans niet met zoveel woorden schrijft is dat op het eerste omslag een van de hoogleraren niet zozeer een ‘slechte’ als wel een ‘foute’ pet op had: er prijkte een hakenkruis op zijn baret. (In de roman heeft professor Ballingh een dubieus oorlogsverleden en is professor Goudewolf een onverbeterlijke antisemiet.)

 

Op het tweede ontwerp was het hakenkruis verdwenen, maar ook dit keer was Hermans als gezegd niet tevreden: ‘2o versie van afgekeurd omslag; ook afgekeurd gelukkig’, noteerde hij op de flap. Er werd nog wel een dummy gemaakt met de hakenkruisvariant, maar de eerste druk van Onder professoren die in september verscheen had uiteindelijk een eenvoudig letteromslag.

 

 

 

De eeuwigheidswaarde van Willem Frederik Hermans

Lees ook

In het jaar 1975 moest Willem Frederik Hermans kortom tot twee keer toe aanschouwen hoe zijn werk met hakenkruisen bezoedeld werd. Een swastika op het omslag van Onder professoren werd nog voorkomen, Perianders transformatie van kleine Stalin op papier tot een Hitler avant la lettre op het scherm kon hij niet meer verhinderen. Alle onbegrip en woede ten spijt kon hij er toch ook met de nodige ironie op reflecteren. Toen Gerrit Borgers, hoofdconservator van het Letterkundig Museum, hem feliciteerde met de vertoning van zijn ‘sublieme’ televisiefilm antwoordde Hermans: ‘Dank voor je geestdriftige woorden over Periander. Ben je ook al rechts?’

 

Colofon

Geraadpleegde literatuur

 

Willem Frederik Hermans, Volledige Werken, deel 5. Romans. Onder professoren; Uit talloos veel miljoenen. Ed. Jan Gielkens, Peter Kegel. Amsterdam 2013.

Willem Frederik Hermans, Volledige Werken, deel 10. Toneel en scenario’s. Drie drama’s; De woeste wandeling; King Kong, gevolgd door Wat Nederland niet op de televisie mocht zien; Periander. Ed. Peter Kegel, Marc van Zoggel, Bram Oostveen. Amsterdam 2019.

Frans A. Janssen, Bedriegers en bedrogenen. Opstellen over het werk van Willem Frederik Hermans. Amsterdam 1980.