Op 2 augustus 1936 schrijft Siegfried van Praag in een brief aan Herman Robbers:
‘Nu mijn vrouw al enkele jaren zonder betrekking is, zijn de tijden voor mij moeilijk geworden. Ik denk dan ook over een of twee maanden met mijn gezin naar Brussel te gaan verhuizen, waar ik wat goedkooper leven kan.’
Zestien jaar beslaat de correspondentie tussen de schrijver van joodse komaf Siegfried E. van Praag (1899-2002) en Herman Robbers, toenmalig hoofdredacteur van het maandblad Elsevier. Robbers’ antwoorden zijn niet in het bezit van het Literatuurmuseum, maar de brieven van Van Praag bieden een krachtig inzicht in het leven van een broodschrijver in Nederland vroeg in de twintigste eeuw.