Een schrijver is eenzaam, luidt het cliché. We vergeten daarbij wel eens dat de schrijver dat natuurlijk ook wíl zijn, want hoe komt hij anders ‘op eenzame hoogte’? Kloos’ adagium van de ‘allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie’ mag dan overtrokken zijn, voor de meeste kunstenaars blijven uniciteit en eigenheid het hoogste goed. En als ze daarvoor beloond worden met enige roem en poen, is dat natuurlijk mooi meegenomen.
Soms botsen beide verlangens echter, want wat als je meer aandacht of geld kan krijgen door in groepsverband naar buiten te komen? Het is een dilemma waar de jonge Lucebert (1924-1994) in de jaren vijftig mee worstelt.