Mance Post kon zich goed verplaatsen in het niet-logische denken van een kind
Wanneer niemand minder dan H.H. Polzer (drs. P.) in 1982 in tijdschrift Onze Taal een gedicht van niemand minder dan Gerrit Achterberg bekritiseert, wordt hij van repliek gediend door copywriter en dichter Fred Portegies Zwart. ‘Als Heintje (ik bedoel de Nachtegaal van Bleijerheide) zou beweren, dat Mozart geen pakkende liedjes kon schrijven, zou dat niet ongerijmder zijn,’ schrijft Portegies Zwart aan de redactie. Er ontstaat een korte pennenstrijd tussen beide heren. Volgens Polzer is de poëzie van Achterberg ‘technisch en metrisch gebrekkig’ en lijdt Portegies Zwart aan een gebrek aan ironie en algemene ontwikkeling. Portegies Zwart blijft Achterberg te vuur en te zwaard verdedigen. In zijn aantekeningen is te zien dat hij overweegt de polemiek met Polzer uit te geven. ‘De in deze correspondentie opgenomen brieven van de Rijmkeizer bieden immers ongewild meer humor om te lachen, dan menige andere publicatie van ’s mans hand’, zou er in de inleidende tekst van het boekje moeten komen staan. Tot publicatie is het uiteindelijk nooit gekomen.