Ik voel me stout als ik de correspondentie van Peter van Straaten en Karel van het Reve lees. Brieven zijn privé, niet bedoeld voor de ogen van derden. Maar toch waan ik me in de wereld van deze twee heren.
De meeste brieven komen uit het jaar 1987. In die tijd schreef Van het Reve columns voor Het Parool onder de naam Achteraf, waarbij Van Straaten tekeningen maakte. In veel van de brieven vraagt Van Straaten goedkeuring voor een tekening, maar antwoord lijkt uit te blijven. Het Literatuurmuseum is in het bezit van elf brieven in totaal, waarvan er maar liefst tien van Peter van Straaten komen en slechts één brief van Karel van het Reve. Of diens brieven kwijt zijn geraakt, of dat Van het Reve wellicht nooit geantwoord heeft, is onbekend. Eén ding is zeker: Van Straaten is onzeker over zijn talent.