Charlotte Mutsaers

Schrijven

Ik denk dat diep in het achterhoofd van menig schrijver een vonk hoop leeft met de potentie van een vulkaan, dat hij zich al schrijvende een nieuwe familie zal verwerven. Een kleine familie waarmee hij misschien enkele gevoelens zal delen die hij in het gewone leven niet kan of wenst te tonen. Geheime gevoelens. Waarover hij niet spreken kan, juist dáárover wil hij schrijven.

Van nature ben ik redelijk mededeelzaam. Maar al heel vroeg ben ik (eveneens van nature?) opgebotst tegen een muur van onuitsprekelijkheid. Schrijven is voor mij derhalve eenzaamheid doorbreken. Eenzaamheid doorbreken met eenzaamheid, zoals er ook wel geld verdiend wordt met geld en kippen worden vetgemest met kippenvlees.

Schrijven komt voor mij neer op het vormgeven van ervaringsfeiten die via een normaal gesprek niet overdraagbaar zijn. Denk hierbij niet speciaal aan hels leed. Leed kan nog zo hels schijnen, onuitsprekelijker dan daverend genot is het zeker niet. Ik ben er zelfs van overtuigd dat juist de zogenaamde alledaagse ervaringen, die vaak een enorme impact hebben, het moeilijkst te delen zijn. Grote sensaties lijken meer op elkaar dan kleine sensaties. We ervaren het grote sneller via het kleine. Geen bonzend hart maar een klokje dat tikt naast je bed. De pedante pendule. Het gillende wekkertje.

Archief

Wie het leven evenwel voor vol neemt, zal met dezelfde ernst die hem in staat stelt om te leven vanzelf speels zijn, qualitate qua. In tegenstelling tot de voorkeur voor het spel komt speelsheid namelijk voort uit levenslust. Voor schrijvers en dichters geldt dat ook. Schrijven is geen spel en dichten is geen spel, daarover geen misverstand. Maar speelsheid is bij beide disciplines mooi meegenomen.

Pedante pendules...

Van mijn achtste tot mijn veertiende deed ik niks als goochelen. Al mijn vrije tijd stak ik erin, het was echt niet meer normaal. Daarna ben ik plotseling gaan schrijven en kwam ik in de redactie van de schoolkrant. Toen hield het even plotseling weer op, al kan ik nog steeds een omelet bakken in een hoge hoed.

Pedante pendules...

Lukt het een schrijver bijvoorbeeld om met zijn boek een ander brein op zich verliefd te maken, dan is dat de stralendste kroon op zijn werk. Lukt het hem om een menigte in het harnas te jagen dan is dat overigens ook een kroon, misschien geen stralende maar toch nog altijd een kroon. En als hij je weet te ontroeren? Dan valt die kroon nog te bezien (goudgehalte, puntigheid, waterdichtheid enzovoort).

Kersebloed

Ik denk dat diep in het achterhoofd van menig schrijver een vonk hoop leeft met de potentie van een vulkaan, dat hij zich al schrijvende een nieuwe familie zal verwerven. Een kleine familie waarmee hij misschien enkele gevoelens zal delen die hij in het gewone leven niet kan of niet wenst te tonen. Geheime gevoelens. Waarover hij niet spreken kan, juist dáárover wil hij schrijven.

Kersebloed

Schrijvers plunderen de werkelijkheid (kan een werkelijkheid die niet bestaat geplunderd worden?), doen de waarheid tekort of geweld aan (geldt er binnen de literatuur een andere waarheid dan die op papier?) en stelen je zelfs de woorden uit je mond (houd die mond dan dicht). Daardoor verliezen ze veel sympathie van familieleden, vrienden en kennissen, die zich misbruikt zien en wier ijdelheid tevens niet is opgewassen tegen literaire vertekening. En zo worden ze dan door mensen die geen flauw benul van verbeelding hebben in de krankzinnige positie van diefje-zonder-verlos gemanoeuvreerd. Niets aan te doen, maar gelukkig wordt het wel rijkelijk gecompenseerd doordat er voor elke benepen verwant minstens één scherpzinnige en liefdevolle lezer in de plaats komt.

Paardejam

En ik zie mijn boek harmonisch zijn voltooiing naderen. En het volgende boek, en weer het volgende. Ja, zo zou ik heel graag tachtig willen worden. Maar dan in een huis en niet in een camper.

Archief (Koetsier Herfst, Intermezzo, niet gepubliceerd)

Een circus voor de geest

Charlotte Mutsaers zou graag willen schrijven als een zwaluw: rondcirkelend, rakelings, steels. Ze zou willen kijken naar de wereld met een hondenblik. En ze zou graag kunnen rennen als een haas. Want waar een mens saai recht vooruit koerst, slaat een haas ‘haken’.

 

Welkom in de Charlottesque wereld waarin u haken kunt slaan in alle fascinaties van Charlotte Mutsaers.

 

Charlotte Mutsaers (2 november 1942) was de tweede dochter van Mies Lely (1916-1977) en Barend Mutsaers (1906-1980). Van vaderszijde stamt ze uit een eeuwenoud patriciërsgeslacht. Haar moeder was een telg uit de familie Lely. Haar overgrootvader bedacht het plan voor de Zuiderzeewerken.

Charlotte groeide op aan de Nieuwegracht in Utrecht. De vakanties bracht ze door in Wijk aan Zee of bij haar grootouders in Kapellen bij Antwerpen. Na de lagere school doorliep ze het Stedelijk Gymnasium dat in het eerste deel van Rachels rokje wordt beschreven. Ze was redacteur van de schoolkrant Apophoreta, net als haar eerste echtgenoot Ton Anbeek van der Meijden. In Amsterdam studeerde ze Nederlands en daarna aan de Rietveld Academie schilderen en vrije grafiek. Aan diezelfde opleiding was ze jarenlang als docente verbonden. In 1973 trouwde ze met de Neerlandicus Jan Fontijn. Met hem woont ze tegenwoordig afwisselend in Amsterdam en Oostende. De zomers brengen ze in Frankrijk door.

In de jaren zeventig en tachtig maakte ze voornamelijk beeldend werk: schilderijen, grafiek, boekomslagen, postzegels en covers van tijdschriften. Beroemd werden vooral haar reeksen schilderijen ‘Piëta’ en ‘La belle et la bête’. Geleidelijk aan verschoof het accent van beeldende kunst naar literatuur. In 1988 verscheen de roman De markiezin en in 1990 de bundel Kersebloed. Ze gaf in dat boek, maar ook in Paardejam en Zeepijn aan het begrip ‘essay’ eem heel persoonlijke en dartele inhoud. Een groot publiek bereikte ze met haar romans Rachels rokje (1994) en Koetsier Herfst (2008).

In 2010 kreeg ze de P.C. Hooft-prijs voor verhalend proza: ‘Het werk van Charlotte Mutsaers is een feest voor lezers die hun geest willen laten waaien.’ Momenteel werkt ze aan een nieuw boek, ‘een tussenvorm van roman en beschouwing’ die zal verschijnen bij de nieuwe uitgeverij Das Mag.

Het werk van Charlotte Mutsaers

1 Het circus van de geest

2 Mijnheer Donselaer zoekt een vrouw

3 Paardejam

4 De markiezin

5 Rachels rokje

6 Zeepijn

7 Hazepeper

8 Hanegeschrei

9 Bont

10 Kersebloed

11 Rachels rokje

12 Dooier op drift

13 Koetsier herfst

14 Pedante pendules en andere wekkers

15 Sodom revisited