Albert Helman en
Rudie van Lier Nadenken over het bouwen van een land

Scrollen

ALBERT HELMAN EN RUDIE VAN LIER

Nadenken over het bouwen van een land



Een van de grootste criticasters van de politieke onafhankelijkheid van Suriname zoals die in 1975 werd uitgeroepen, was Albert Helman (1903-1996). Helman is het bekendste pseudoniem waarmee de als Lou Lichtveld geboren schrijver zijn werk ondertekende. Net als schrijver en wetenschapper Rudie van Lier (1914-1987) was Helman diep ingebed in de literaire kringen aan de Noordzee.

In het archief van het Literatuurmuseum zijn dozen vol briefwisselingen, voordrachten, literaire schetsen en typoscripten te vinden die een goed beeld geven van de ontwikkeling van hun schrijverschap en de dynamiek tussen Suriname en Nederland in hun tijd. Het venijn spat van de tekst af, bijvoorbeeld in dit verhaal, uit 1973 – toen de onafhankelijkheid nog gerealiseerd moest worden maar Helman zijn vertrouwen al kwijt leek te zijn.

Want dat er al meteen na de oorlog een nieuwe tijd was aangebroken, hiervan was elk bewust om de toekomst bezorgd landskind overtuigd geraakt, veel vaster dan de inwoners van de verre, onbegrijpelijkerwijze door de Duitsers (het volk van de brave Hendrikken!) geteisterde Nederland. Of had ‘Mevrouw Wilhelmina’ reeds tijdens haar ballingschap in Londen geen duidelijke taal gesproken? Het was ondenkbaar dat een Koninklijke belofte niet meteen en ten volle zou worden nagekomen. ‘Eigen baas in eigen huis’ zou het worden, al wist nog geen sterveling hoe dat ‘eigen’ precies vertaald moest worden, noch wat men in Den Haag onder een verandering van het tot dusver uitgeoefende ‘baasschap’ wilde verstaan.

Twee pagina’s uit een verhaal over ‘Suriname’s onafhankelijkheid in perspectief’ door Albert Helman, 1973

Twintig jaar later beschrijft Albert Helman de nieuwe tijdgeest van mogelijkheden en kansen na de Tweede Wereldoorlog. In potentie zag Helman een onafhankelijk Suriname voor zich met een eigen nationale identiteit, maar hij vond de eenheid van Suriname nog niet voldoende en de daadkracht van zowel de Surinaamse als de Nederlandse politici tekortschieten. ‘Takiman a no duman: Praatmensen zijn geen daadmensen’, schreef Helman.

Scroll verder

Uit ditzelfde artikel, ‘Een nationalist van de daad’, komt ook de volgende passage:

Een moedige taak bij een proces dat al snel ontaardde in een ridicule staatsrechtelijke touwtrekkerij, of liever: een volgens Hollandse reglementen langgerekte ping-pongspel op rondetafels, met als inzet het onomschrijfbare begrip ‘autonomie’, dat door de man op straat in Suriname heel concreet verstaan werd als ‘automoni’, geld genoeg om er zelfs een auto voor te kopen. Zelfs hij begreep dat ‘baas zijn’ alles te maken had met ‘geld genoeg hebben’. 

<p><span class="caption">Promotiemateriaal van de uitgeverij voor het eerste boek van Helman</span></p>

Promotiemateriaal van de uitgeverij voor het eerste boek van Helman


De kritiek van de eigenzinnige politicus, diplomaat en componist Helman was niet oppervlakkig. Hij vond dat Nederland de verzuiling had geëxporteerd naar Suriname door elke bevolkingsgroep bewust zoveel mogelijk binnen de eigen gemeenschap onderwijs te geven en te laten werken, en herkent hierin het systeem van verdeel-en-heers dat de Nederlanders ook in Indonesië hadden toegepast. Hij had graag meer ‘saamhorigheid en lotsverbondenheid’ gezien binnen de verschillende bevolkingsgroepen die het land rijk is. In zijn boek Avonturen aan de wilde kust vertelt hij over deze geschiedenis, en steekt daarbij zijn mening niet onder stoelen of banken

Er was wel ruimte voor vereniging in Suriname, maar alleen onder de Nederlandse identiteit, niet met de lokale cultuur en taal. Zo werden alle Surinaamse bevolkingsgroepen in het Nederlands onderwezen en beschrijft Helman in zijn boek ook dat hij als kind in Paramaribo de route van Stadskanaal naar Zierikzee uit zijn hoofd moest leren. Helman vond de ontwikkeling van een groter bewustzijn van de eigen geschiedenis essentieel, zodat een besef van een natie kon ontstaan.

Efi joe habi Boto, joe moe habi pari toe. 
(Als je een boot hebt, moet je ook over de peddels beschikken.)

Helmans aandacht voor de Surinaamse identiteit zien we ook terug in zijn interesse in Sranang Tongo, zijn verzameling van Surinaamse spreekwoorden en gezegden, en zijn geschriften over de cultuur van de buurlanden van Suriname. De verhouding tussen menselijkheid en rechtvaardigheid is een terugkerend thema in Helmans werk.

De eeuw van Albert Helman

Componist, journalist, taalwetenschapper, verzetsman, minister, diplomaat... Lou Lichtveld is het allemaal geweest, maar bovenal was hij Albert Helman, de eerste belangrijke schrijver uit de toenmalige West: Suriname en de Nederlandse Antillen. 

 

Bekijk hier de uitgebreide online tentoonstelling over zijn leven en werk.

Rudie van Lier


Rudie van Lier groeide op in een vergelijkbaar sociaal milieu. Er zijn twee gecorrigeerde briefconcepten overgeleverd van Van Lier aan Helman. Hoe de uiteindelijke brief en de ontmoeting tussen de twee mannen eruit heeft gezien is onbekend. 

Net als Helman was Van Lier een zoon uit een gegoede familie in Paramaribo. Hun status en hun lichte huidskleur gaven hen een bevoorrechte positie bij de oude kolonisator. Ze kregen meer zeggenschap en hadden makkelijker toegang tot de mogelijkheden in Nederland dan bijvoorbeeld De Kom, die zijn positie altijd heeft moeten bevechten. Een opleiding in het Westen lag bij Van Lier in de lijn der verwachtingen. Na zijn middelbareschooltijd in Den Haag studeerde hij geschiedenis, sociologie en antropologie in Leiden, Parijs en Chicago. En hij was thuis in de letteren. 

Nu zit ik hier in een Hollandsche stad dicht bij zee en mijn verlangen is hetzelfde gebleven. Alleen werd het feller en onbegrensder. Ook heb ik het herkend: het intense verlangen naar een leven dat alles omsluit.

Dit is een fragment uit Praehistorie (1947), de verzameling van de eerste gepubliceerde poëzie en prozaboeken van Rudie van Lier. Tijdens zijn Leidse studiejaren kwam hij terecht bij het invloedrijke literaire tijdschrift Forum, waar hij – onder druk van zijn vader – in 1932 niet onder zijn eigen naam, maar onder het pseudoniem R. van Aart debuteerde. Hij raakte bevriend met oprichter Menno ter Braak, en uit hun intensieve correspondentie tot 1940, het jaar dat Ter Braak zelfmoord pleegde na een mislukte vluchtpoging naar Engeland, blijkt hoe persoonlijk betrokken ze waren bij elkaars leven. Zeker uit de beginperiode van de vriendschap zijn veel brieven te vinden, vooral praktisch van toon en met gedeelde ideeën over het redactiewerk voor Forum.

Van Lier onderhield ook contact met Fred Batten, Willem Frederik Hermans (die getrouwd was met Emmy Meurs, zijn schoonzus) en met E. du Perron, medeoprichter van Forum. Hij verbleef in de jaren dertig zo nu en dan bij Du Perron in Parijs. Dat Du Perron zijn Indonesische achtergrond onomwonden meenam in zijn werk inspireerde Van Lier om de verhouding tot zijn geboorteland verder uit te diepen. 

Rudie van Lier en Fred Batten, 1932

Van Lier was vooral wetenschapper: zijn dissertatie ‘Sociale beweging in transculturatie: een wereldhistorisch probleem’ is gepubliceerd als het toegankelijkere boek Samenleving in een grensgebied (1972) dat nog altijd geldt als een standaardwerk in de Surinaams-Nederlandse geschiedkunde. Het is het eerste werk waarin de totstandkoming van de Surinaamse maatschappij uitgebreid wordt geanalyseerd. 

Van Lier definieert de Surinaamse samenleving als een plurale of meervoudige maatschappij: de verschillende bevolkingsgroepen leven in verschillende sferen naast elkaar. Net als Helman volgde hij het idee dat de scheidslijnen tussen de verschillende etnische groepen het vormen van een nationale eenheid tegenwerkte. Van Lier zag de Nederlandse taal en invloed als de natievormende, samenbindende identiteit voor Suriname. Op deze visie is, zeker in de jaren zeventig, veel kritiek gekomen. De critici zochten juist naar verbinding vanuit de eigen identiteit, in plaats van de onder dwang opgelegde cultuur van de voormalige koloniale overheerser.

Historicus Gert Oostindie merkt op hoe gematigd de toon is in Samenleving in een grensgebied. In De onvoltooide dekolonisatie en de geschiedschrijving van Suriname schrijft hij: ‘Als er al sprake is van kritiek op bijna drie eeuwen Nederlands kolonialisme, dan eerder in de vorm van ironisch of droog commentaar dan als felle aanklacht.’

Hoewel Van Lier inderdaad niet fel uitgesproken antikoloniaal was zoals bijvoorbeeld Anton de Kom, benadrukt hij wel dat de westerse bril niet toereikend is om de Surinaamse samenleving scherp te duiden. Hoe economisch efficiënt verschillende bevolkingsgroepen in Suriname zijn, vond hij niet naar Nederlandse maatstaven te beoordelen. 

Zoals de afstandelijke toon in Helmans redevoeringen niet direct blijk gaf van de liefde voor het moederland die in zijn proza is te vinden, zo stond Van Liers non-fictiewerk in schril contrast met zijn liefde voor poëzie en proza. Die kwam op jonge leeftijd tot uiting. Een van zijn eerste gedichten schreef hij op twaalfjarige leeftijd. Bij de inleiding van Praehistorie schetst hij de volgende sfeer uit zijn jeugd: 
 

Het hooge, witte tropenhuis en de zware mahonieboomen, die boven de daken uitgroeiden in de laan, waar wij woonden, zouden kunnen vertellen hoe in de middag op het uur, dat de passaat begon te waaien, een jongen in plaats van speelkameraden op te zoeken, naar de hoogste, verlaten woonverdieping liep, om in de stilte van de middag het gezelschap te vinden van klank en rijm. Een geheimzinnig bedrijf van afzondering, maar zijn liefste spel. Het was een tocht naar een wereld, waarin alles was, zooals het moest zijn, vol oorspronkelijke zin, natuurlijk en vrij. Een wereld met: onbegrensde mogelijkheden. Verzen waren de tooverformules, die de poort openen konden tot dit gebied.

In 1968 hield Van Lier een van de openingsredes aan de Universiteit van Suriname, later de Anton de Kom Universiteit. Hij is altijd betrokken gebleven bij zijn geboorteland en zijn werk is nog altijd een belangrijk deel van de Surinaamse Historiografie. Van Lier overleed in mei 1987 in Wageningen. 

Ook Helman bleef betrokken, hij woonde en werkte lange tijd in Suriname. Helman kreeg de opdracht van het kabinet om een nationale vlag te ontwerpen en droeg bij aan de Surinaamse politiek als ambassadeur in Washington, als eerste voorzitter van de Surinaamse Rekenkamer en als landsminister van Onderwijs, Volksontwikkeling en Volksgezondheid. Na de Decembermoorden (1982) keerde hij zich af van de politiek in zijn geboorteland. Hij stierf in Buitenveldert in 1996 waar hij, ondanks het verlies van zijn zicht, was blijven schrijven. 

Het streven om de Surinaamse identiteit te vormen is nog altijd in beweging. Van Lier en Helman hebben daar een grote bijdrage aan geleverd. 
 

Kies een verhaal