De poëzie van Ellen Warmond is kalm, vastberaden, vormvast. En prachtig, als je het mij vraagt. Maar nooit echt grappig. Voor mij wás de dichteres haar poëzie: iemand met een melancholische dispositie, een sombere maar scherpe sensibiliteit.
Een favoriet.
Als Pietronella Cornelia van Yperen werkte de dichteres jarenlang (van 1955 tot 1983) bij het Literatuurmuseum, toen nog Letterkundig Museum geheten. Ze verzorgde daar diverse publicaties over Blaman, Slauerhoff, Vestdijk en anderen. Haar werk bestond uit brieven schrijven, handschriften lezen, documenten beschrijven, uiterst braaf ‘klerkenwerk’. Nuttig, belangrijk werk, maar geen dienstverband, lijkt het, waar men zijn geestigheid in kwijt kan.
Wat blijkt maar weer? De blinde vlek.
Want Warmond is als brievenschrijver in de eerste plaats scherp: soms – nog altijd – somber, vaak juist ook heel grappig. Dit blijkt uit het nieuwe boek Lief Museum, bezorgd door Bertram Mourits en Trudy van Wijk, dat 17 augustus verschijnt bij uitgeverij Querido.