December 1993 vloog Agnès Snitker vlak voor haar vijftigste verjaardag naar El Hierro, een Canarisch Eiland dat nog niet ontdekt was door toeristen. Samen met een goede vriendin, die daar woonde, keek ze naar de zee. Een vloedgolf die uit het niets leek te komen, trok haar onder water. Ze stierf in zee, haar vriendin kon zich nog net vastgrijpen aan de rotsen. Een paar dagen later werd Snitkers lichaam op het strand gevonden.
Agnès Snitker was lerares Nederlands aan het Nicolaaslyceum in Amsterdam en opereerde als dichteres aan de randen van de literatuur. Een uitgever had ze niet, haar drie bundels verschenen in eigen beheer, en serieuze recensies kreeg ze nauwelijks. Dichter en literatuurcriticus Tom van Deel noemde haar in 1974 in De Revisor, in een stuk over dichtbundels die hem treurig stemmen: Snitkers bundel Een zon die voor vogel speelt (1973) recenseert hij in één zin als ‘sympathieke maar wel heel erg epigonistische poëzie’.
Niet dat ze zich daar iets van aan leek te trekken, waarschijnlijk waren die ‘serieuze’ literaire kringen net zomin aan haar besteed als andersom. Ze trad op met haar gedichten, organiseerde culturele bijeenkomsten, schreef enkele columns over poëzie voor Trouw . ‘Agnès-Marie Snitker – dichteres’, zo werd ze in haar overlijdensbericht genoemd. En zo is ze ook opgenomen in de collectie van het Literatuurmuseum.