‘Kijk, zo kan je op de seconde nauwkeurig zien dat de tijd veel te snel gaat.’ Mensje van Keulen wijst opgetogen naar de recorder die tussen ons in op tafel ligt. We zitten aan tafel in Amsterdam-Zuid, hier woont ze al decennia. Ze is 78 en ze maakt een heldere indruk, goedlachs ook, en ze heeft het Revisor-zelfportret nog scherp voor ogen. ‘Ik maakte er een sombere tekening van. Later vroeg de Volkskrant me ook om mezelf te portretteren, daar maakte ik een speelse karikatuur van, veel leuker. Maar voor De Revisor werd het allemaal heel realistisch. Misschien omdat ik in die periode midden in een pokkehuwelijk zat, daar werd ik natuurlijk ook niet vrolijker van.’
Wie de tientallen zelfportretten bekijkt die destijds voor De Revisor werden gemaakt, moet inderdaad concluderen dat de tekening van Van Keulen opvallend serieus is: waar veel van haar collega’s een komische kwinkslag aan hun zelfbeeld gaven, heeft zij haar krulhaar waarheidsgetrouw en gedetailleerd getekend, en zo weelderig dat haar strakke oogopslag maar half zichtbaar is. ‘Pas toen ik later de zelfportretten van de anderen zag, dacht ik: o god, ik had er iets geestigs van moeten maken.’